Coloscopie met sedatie (laxeren met Pleinvue)

Om uw darm schoon te maken, moet u voor het onderzoek één liter Pleinvue (een laxeervloeistof) innemen. Het is belangrijk dat u de Pleinvue helemaal opdrinkt, ook als uw ontlasting dun en waterig is! Volg voor het gebruik van Pleinvue onderstaande aanwijzingen en niet de instructies in de bijsluiter. Houd u ook aan de rest van het laxeerschema. Anders kan het onderzoek niet doorgaan!

Twee dagen voor het onderzoek

Twee dagen voor het onderzoek geldt een vezelbeperkt dieet. U mag niet eten:

• volkoren- en meergranenproducten (volkoren- en meergranenbrood, volkoren- en meergranenpasta, zilvervliesrijst)
• bepaalde groenten: peulvruchten, zoals (sperzie)bonen, ui, prei, paprika, knoflook, spinazie, andijvie, zuurkool, asperges, bleekselderij, rauwkost, taugé, mais, champignons
• bepaalde fruitsoorten: sinaasappels, mandarijnen, grapefruits, kiwi’s, druiven, aardbeien, bramen, gedroogde vruchten

 Eén dag voor het onderzoek 

• Ontbijt: één boterham of beschuit met magere vleeswaren zoals rookvlees, of zoet beleg (eventueel met boter).
• Lunch: één boterham of beschuit met magere vleeswaren zoals rookvlees, of zoet beleg (eventueel met boter).
• De rest van de dag alleen vloeibaar voedsel en veel drinken: bouillon, water zonder koolzuur, ranja, koffie en thee (eventueel met suiker), melk of melkproducten zoals vla en yoghurt. Let op: na 18.00 uur mag u geen melk of melkproducten meer innemen. 
• Tussen 18.00 en 19.00 uur ½ liter (500 ml) Pleinvue dosis 1 en ten minste 1 liter heldere vloeistof: water zonder koolzuur, koffie of thee (zonder melk, eventueel met suiker), ranja. (Tip: gebruik voor het oplossen van de Pleinvue in water een maatbeker.) 

Dag van het onderzoek (onderzoek vóór 12 uur)

• Tussen 5.00 en 6.30 uur ½ liter (500 ml) Pleinvue dosis 2 (zakje A én zakje B) en ten minste 1 liter heldere vloeistof: water zonder koolzuur, koffie of thee (zonder melk, eventueel met suiker), ranja. Let op: na 6.30 uur mag u niet meer drinken. Het is belangrijk dat u nuchter blijft.

Dag van het onderzoek (onderzoek ná 12 uur)

• Vóór 9.00 uur ½ liter (500 ml) Pleinvue dosis 2 (zakje A en zakje B). Vóór 11 uur ook 1 liter heldere vloeistof: water zonder koolzuur, koffie of thee (zonder melk, eventueel met suiker), ranja. Let op: na 11.00 uur mag u niet meer drinken. Het is belangrijk dat u nuchter blijft. 

Tips om Pleinvue in te nemen

Sommige mensen krijgen wat last van misselijkheid door Pleinvue. Er zijn een paar tips om dit zo veel mogelijk te voorkomen:

• Drink Pleinvue langzaam, met een rietje en neem kleine slokjes. Drink dosis 1 in 1 uur op en drink dosis 2 in 1,5 uur op.
• Zorg dat de Pleinvue koud is, zet het in de koelkast
• Wissel een slokje Pleinvue af met een slokje van de heldere vloeistof.
• Voeg voor de smaak een scheutje citroensap of limonade toe aan een glas Pleinvue.
• Hebt u last van de smaak van Pleinvue? Neem dan tussendoor een kauwgompje (zonder sorbitol).
• Drink een kopje warme thee voor u de tweede dosis Pleinvue inneemt.

Anticonceptiepil

Als u een anticonceptiepil gebruikt, kan de wer­king van de pil door het laxeren tijdelijk minder betrouwbaar zijn. Het is verstandig om dan ook een andere vorm van anticonceptie toe te passen.

Stoppen met bloedverdunners

Slikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan geldt: 

• 3 dagen van tevoren stoppen met Sintrom (acenocoumarol), tenzij uw arts iets anders met u heeft afgesproken
• 5 dagen van tevoren stoppen met Marcoumar (fenprocoumon), tenzij uw arts iets anders met u heeft afgesproken
• in overleg met uw arts 48 uur van tevoren stoppen met DOAC: Rivaroxaban (Xarelto), Apixaban (Eliquis), Daibigratan (Pradaxa)
• met Clopidogrel (Plavix,Grepid) of Dipyridamol (Persantin) alléén stoppen in overleg met uw arts

Uw arts bespreekt met u wanneer u weer kunt beginnen met innemen van bloedverdunners. Over het algemeen is dat zo snel mogelijk na het onderzoek.

Als u vragen hebt over het stoppen met bloedverdunners, neem dan contact op met uw huisarts of met de polikliniek Maag-darm-leverziekten.

Stoppen met ijzertabletten

Gebruikt u ijzertabletten? Stop hier dan 5 dagen voor het onderzoek mee. Door het ijzer krijgt u zwarte ontlasting, waardoor er zwarte aanslag op uw darmslijmvlies komt. Hierdoor is het voor uw arts moeilijker om de darm te bekijken.

Diabetes

Als u diabetes hebt en insuline of tabletten gebruikt, kan het nodig zijn dat u uw medicijngebruik tijdelijk aanpast. Als u hierover vragen hebt, kunt u contact opnemen met de diabetesverpleegkundigen. Zij houden telefonisch spreekuur van maandag t/m vrijdag tussen 8.30 en 12.00 uur en zijn te bereiken via telefoonnummer (0592) 32 51 66.

Alle andere medicijnen kunt u gewoon doorgebruiken, tenzij u iets anders met uw arts hebt afgesproken.

Voorbereidingen in verband met sedatie 

In verband met de sedatie (een middel dat u tijdens het onderzoek krijgt om uw bewustzijn te verminderen) vragen we u om van tevoren thuis een gezondheidsvragenlijst in te vullen. Vanwege uw gezondheidstoestand kan het nodig zijn dat u enige tijd voor het onderzoek naar het spreekuur gaat van de sedationist (degene die de verdoving toedient).

Vervoer regelen

Door het slaapmiddel kunt u na het onderzoek niet zelf terug naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand u na afloop naar huis brengt.

Ruimzittende bovenkleding 

Tijdens het onderzoek is het prettig om een (T-)shirt, pyjamajasje of nachthemd met korte mouwen aan te hebben. Wilt u dit van huis meenemen? Een extra onderbroek kan handig zijn.

Het onderzoek vindt plaats op het scopiecentrum. Het wordt gedaan door een mdl-arts en twee verpleegkundigen.

Sedatie

Voor het onderzoek krijgt u via een infuus een middel dat uw bewustzijn vermindert, zodat u niets van het onderzoek merkt. Dit wordt sedatie genoemd (sedatie is géén narcose, u blijft zelf ademen en slikken en kunt op ieder moment wakker worden gemaakt). 

Tijdens het onderzoek bent u aangesloten op een bewakingsmonitor. Om uw hartslag te kunnen meten, hebt u plakkers op uw borst. Verder hebt u een bloeddrukband om uw arm voor het meten van uw bloeddruk, een knijper op uw vinger om het zuurstofgehalte van het bloed te meten en een zuurstofslangetje in uw neus om extra zuurstof te geven.

Het onderzoek

Met een coloscopie is te zien of er zweertjes, ontstekingen, bloedingen, poliepen of andere afwijkingen in uw dikke darm zitten.

Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzij. Via uw anus schuift de arts de endoscoop in uw dikke darm. Dit is een dunne, soepele slang met een lichtbron en een cameraatje dat in verbinding staat met een beeldscherm. Om alles goed te kunnen zien, beweegt de arts het uiteinde van de endoscoop heen en weer. Af en toe wordt wat lucht naar binnen geblazen. Daardoor gaat de darm wijder openstaan, zodat de arts deze beter kan bekijken.    

Biopsie en poliep verwijderen

Soms is het nodig een stukje uit de darmwand te halen (een biopt), om te laten onderzoeken op een laboratorium.

Als u een poliep hebt in uw darm, kan uw arts deze meteen weghalen.

Bijkomen en naar huis

Na het onderzoek gaat u naar het uitslaapgedeelte van het scopiecentrum. U kunt naar huis als:

• u goed wakker bent
• uw hartslag en bloeddruk goed zijn
• u kunt drinken en niet misselijk bent
• u rechtop kunt zitten zonder duizelig te zijn

Verminderd reactievermogen

U kunt nog een tijdje onder invloed zijn van de sedatie. Daarom mag u de eerste 24 uur:

• niet deelnemen aan het verkeer
• geen alcohol drinken
• geen belangrijke documenten tekenen

Uitslag

Voordat u naar huis gaat, hoort u de voorlopige uitslag van het onderzoek. De definitieve uitslag krijgt u tijdens uw eerstvolgende bezoek aan de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Als er weefsel is weggenomen, krijgt u dan ook de uitslag van het weefselonderzoek.

Normale klachten

• U kunt na het onderzoek een tijdje last hebben van winderigheid en darmkrampen.
• Na het weghalen van een stukje weefsel of een poliep kan er een paar dagen een beetje bloed in uw ontlasting zitten. 

Contact bij complicaties

Heel soms komt er door het onderzoek een scheurtje in de dikke darm. Er is dan een operatie nodig om het scheurtje dicht te maken. Neem contact op met uw arts bij:

• erge buikpijn
• een nabloeding
• koorts
• misselijkheid met braken 

Van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur kunt u bellen naar het scopiecentrum, telefoonnummer (0592) 32 52 96. Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van het WZA, telefoonnummer (0592) 32 52 78.  

Als u een vraag hebt, kunt u uw vraag stellen via de BeterDichtbij-app. 

Is het dringend?

Hebt u een dringende vraag, dan kunt u bellen met de polikliniek Maag-darm-leverziekten. De medewerkers zijn op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur, telefoon (0592) 32 54 57.

mdl01 - september 2023