SSRI
SSRI is een verzamelnaam voor antidepressivum. Dit zijn medicijnen die worden gebruikt bij de behandeling van bijvoorbeeld depressies, paniekaanvallen, angst- of dwangstoornissen, posttraumatische stressstoornissen of eetstoornissen.
In Nederland worden de volgende SSRI’s voorgeschreven: citalopram (Cipramil), escitalopram (Lexapro), fluoxetine (Prozac), flovoxamine (Fevarin), paroxetine (Seroxat), sertraline (Zoloft, Serlain) en venlafaxine (Efexor).
Onttrekkingsverschijnselen
Als je gedurende de zwangerschap een SSRI hebt geslikt, kan je baby na de geboorte last krijgen van onttrekkingsverschijnselen. Dit zijn bijvoorbeeld:
- Ademhalingsproblemen (een kreunende ademhaling)
- Problemen bij het drinken
- Slaapproblemen
- Passiviteit
- Minder urine dan normaal
- Trillerig
- Een verhoogde spierspanning
- Ondertemperatuur
- Prikkelbaar en meer huilen.
Voor zover bekend hebben onttrekkingsverschijnselen geen schadelijke gevolgen voor de baby.
Wanneer merk je dit?
Onttrekkingsverschijnselen ontstaan meestal binnen 2 tot 4 dagen na de geboorte, soms al meteen na de geboorte. Over het algemeen verdwijnen de klachten vanzelf. De klachten kunnen 2 tot 4 weken aanhouden.
Als je een hogere dosering SSRI gebruikt, is de kans op onttrekkingsverschijnselen groter. Dit is ook zo als je baby te vroeg wordt geboren.