Naar hoofdinhoud Naar footer

Erwin van Santen vijftig dagen bestuurder van het WZA

Sinds 1 januari vormt Erwin van Santen samen met Hans Mulder de raad van bestuur van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Van Santens eerste vijftig dagen zitten erop. Een goed moment om te vragen hoe hij die heeft ervaren.

Tijdens zijn sollicitatieprocedure had hij al eens incognito door het WZA gelopen. En als hij dan ‘hoi’ zei, zeiden de mensen ‘hoi’ terug. “Dat is nog steeds zo en dat voelt warm, plezierig en gastvrij”, zegt Van Santen. Hij voelt zich al helemaal thuis en heeft het over "ons ziekenhuis” alsof het nooit anders is geweest.

Wat is je opgevallen in die eerste weken?

“Het WZA is een klein ziekenhuis, maar echt vooruitstrevend. Er zijn hier tal van initiatieven waarvan je elders ziet dat het toch wat moeite kost om die van de grond te krijgen. Ik heb het idee dat we hier in de afgelopen jaren niet hebben stilgezeten.”

Als voorbeeld noemt Van Santen zorg op afstand, waarbij mensen met een chronische ziekte thuis hun gezondheid meten. Dat een ziekenhuis de data vervolgens laat uitlezen door een externe organisatie (het WZA werkt daarvoor samen met Zorgcentrale Noord) had hij nog niet eerder gehoord.

“Ik ken veel voorbeelden waar de gespecialiseerd verpleegkundige in het ziekenhuis iedere ochtend eerst alle data moet bekijken. Bij ons hoeft dat niet. Als er wat aan de hand is, belt Zorgcentrale Noord. Onze gespecialiseerd verpleegkundigen of artsen kunnen gewoon hun spreekuur doen en daardoor meer mensen zien. Dat zijn hele mooie ideeën voor slimmer werken, die ook ontzettend nodig zijn.”

Wat hem in de samenwerking in de regio ook al opviel, is de grote openheid en transparantie bij de ketenpartners. “Er is een enorme vertrouwensbasis die dat samenwerken mogelijk maakt.”

Met welk onderwerp ben je al volop aan de slag?

“Er gaat veel tijd zitten in de financiën. Er speelt veel. De cao, afspraken met zorgverzekeraars, de inflatie. En ook de energiekosten zijn lastig, die gaan ineens een half miljoen omhoog. Dat heeft een enorme impact. Ik besef dat dit een spannende tijd is, maar ik ben een rasoptimist. We moeten een goed plan maken om onze opbrengst te vergroten en de kosten terug te brengen. Niets is onmogelijk en ik denk dat we genoeg ideeën hebben om een acceptabel rendement te behalen.”

Welke uitdagingen zie je voor het WZA?

“In de afgelopen jaren is veel van de zorg gevraagd en dat heeft zijn weerslag gehad op onze mensen en op het verzuim. Het vraagt inzet om dat verzuim weer een beetje te normaliseren. Bovendien veranderen de tijden. Er is een grijze golf, het aantal werkenden daalt, dus er ontstaat een gigantisch probleem. Daarom vragen we aan iedereen hoe we het anders kunnen doen. Niet dat alles kan, maar ik stel mensen graag in staat om met initiatieven te komen.’

Waar kijk je naar uit?

“Naar de opening van alles wat nu gebouwd wordt. Zoals binnenkort de OK, het Scopiecentrum en de fietsenstalling. Ik kijk ook uit naar wat ik net al zei: verder nadenken over hoe we de zorg anders kunnen invullen. Met verpleeghuiszorg en huisartsen in de omgeving hebben we de randvoorwaarden om te kijken hoe we de zorg nog meer in de keten kunnen verplaatsen. Om er zo voor te zorgen dat we het hoofd boven water houden qua capaciteit. Maar ik kijk ook uit naar simpele dingen. Dat ik niet alleen maar ‘hoi’ zeg, maar meer mensen ook van naam leer kennen. En dat we met elkaar kunnen lachen en met een positieve vibe vooruit kunnen gaan.”