Naar hoofdinhoud Naar footer

Verpleegkundigen beslissen mee over beleid WZA

Sinds 1 mei is de verpleegkundige staf vertegenwoordigd in het bestuursteam van het WZA. Dat laat zien dat de verpleegkundige beroepsgroep serieus genomen wordt, zegt Krisla Schippers, voorzitter van de verpleegkundige staf. “Het is goed dat het beleid van het WZA door bestuurders, dokters én verpleegkundigen wordt gemaakt. Dat past bij modern leiderschap.”

Het bestuursteam van het WZA bestaat nu uit de raad van bestuur, de voorzitter en vicevoorzitter van het bestuur van de medische staf, de voorzitter van de verpleegkundige staf en de secretaris raad van bestuur. Zij overleggen elke twee weken met elkaar over besluiten die het hele ziekenhuis aangaan.

Logisch

De verpleegkundige staf begon zo’n tien jaar geleden als verpleegkundige adviesraad en kreeg in 2019 een volwaardige plek in het managementteam van het WZA. “Daarmee veranderde onze rol al van adviserend naar meedenkend en meebeslissend”, zegt Krisla. Dat de verpleegkundigen in het WZA nu ook zijn aangesloten bij het bestuursteam, vindt ze logisch en maakt haar tegelijk trots. “In de afgelopen jaren hebben wij onze ambities steeds verder verlegd. En ook maatschappelijk werd het steeds normaler dat verpleegkundigen betrokken zijn. We zijn een grote beroepsgroep en dan is het logisch dat wij meeslissen over de strategische keuzes van het ziekenhuis.” Dat de bestuurders in het WZA daar het belang van inzien, is fijn en gaf een extra duwtje in de rug, zegt ze.

Nuchtere kijk

De verpleegkundige staf ziet het als zijn belangrijkste taak om telkens de vertaalslag te maken van beleid naar praktijk. Zorgen voor de nuchtere kijk, zoals vicevoorzitter Yvette de Jong dat zegt. “Sommige plannen zijn mooi bedacht, maar gaan in de verpleegkundige praktijk niet werken. Wij kijken vanuit onze expertise als verpleegkundigen uit die praktijk naar wat beleid betekent voor de verpleegkundige zorg.” Als voorbeeld noemt ze het personeelsbeleid. “Wij denken dan mee over wat voor verpleegkundigen we willen in het WZA en wat we van ze verwachten.” De verpleegkundige staf zet ook zelf punten op de agenda. Bijvoorbeeld de wens om meer te werken met evidence-based practice (EBP). “We zijn er best trots op dat er dankzij onze inbreng nu een EBP-coördinator is aangesteld. Dat betekent dat we nog meer gaan werken op basis van het beste wetenschappelijke bewijsmateriaal dat er is, zodat we de kwaliteit van zorg verder verbeteren.”

Zelfstandige plek

Een tijdje terug zaten Krisla en Yvette bij een bijeenkomst van de beroepsvereniging V&VN. Daar ging het over hoe verpleegkundigen bij de raad van bestuur aan tafel komen, vertelt Yvette. “Wij keken elkaar aan en dachten: wij gaan gewoon zitten, nemen een kop koffie en leggen de benen op tafel.” Ze wil er maar mee zeggen dat de afstand tussen bestuur en werkvloer in het WZA steeds kleiner is geworden. Als beroepsgroep worden de verpleegkundigen nu bij elk project in het WZA betrokken. “Eerder moesten we soms vragen of we mee mochten praten. Nu is het: ‘Wie komt er vanuit de verpleegkundigen?’ Dat is heel fijn.”