Operatie bij kinderen die scheelzien

  • Specialisme of afdeling Oogheelkunde
  • Openingstijden

    Maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur

  • Afspraak maken? Vragen?
  • Wachttijd
    Informeer bij de polikliniek

In het kort

Als een kind scheelziet, kijken de ogen niet in dezelfde richting. Dit kan komen doordat te korte of te lange oogspiertjes één oog scheeftrekken. Met een operatie kan de oogarts het scheve oog rechtzetten. Voor de operatie krijgt uw kind narcose. Pas na twee maanden is te zien of de ope­ratie helemaal geslaagd is.

Wat is het?

Aan een oog zitten spiertjes waarmee het oog kan bewegen. Normaal kijken beide ogen tegelijk naar hetzelfde punt. Als een kind scheelziet, kan dit komen doordat oogspiertjes te lang of te kort zijn. Het oog wordt dan scheefgetrokken. Het scheve oog en het rechte oog kijken daardoor verschillende kanten op. Een oogarts kan de oogspiertjes inkorten of verplaatsen, zodat het oog weer recht kan kijken. 

Op z’n vroegst na twee maanden is duidelijk wat het resultaat is van de ope­ratie. Meestal lukt het om het scheve oog met één operatie recht te zetten. Om ervoor te zorgen dat de ogen dezelfde kant op draaien, is het soms nodig om beide ogen te opereren.

Lui oog

Wanneer een kind scheel kijkt, ziet het dubbel. Dat dubbelzien is lastig. De hersenen van uw kind 'lossen dit op' door het scheve oog ‘uit te schakelen’. Uw kind kijkt dan nog maar met één oog en ziet dus niet meer dubbel. Het ‘uitgeschakelde’ oog kan op den duur lui worden. Uw kind kan dan niet meer scherp zien en ziet ook geen diepte meer. Na de operatie is het dan nodig om het luie oog verder te behandelen. Hoe eerder een lui oog wordt ontdekt en behandeld, hoe groter de kans dat de behandeling succes heeft. 

Voorbereiding

Bezoek poli Anesthesiologie

Enige tijd voor de operatie hebt u met uw kind een afspraak op de poli Anesthesiologie. Een anesthesioloog en een anesthesiemedewerker kijken hoe het is met de algemene gezondheid van uw kind. Ook bespreken zij de gang van zaken rond de narcose (verdoving) die uw kind voor de operatie krijgt. 

Meenemen 

  • Als uw kind medicijnen gebruikt, wilt u die dan op de operatiedag meenemen? Omdat uw kind meestal dezelfde dag weer naar huis gaat, krijgt het deze medicijnen niet van de ziekenhuisapotheek.
  • Het is handig als uw kind een pyjama bij zich heeft of andere kleren waarmee het in bed kan liggen. Extra ondergoed kan altijd van pas komen.

De operatie

Op de kinder- en jeugdafdeling bereiden een verpleegkundige en een pedagogisch medewerker uw kind voor op de operatie.

Vlak voor de operatie gaat uw kind naar de operatieafdeling. Een van beide ouders mag mee naar de operatieafdeling. U kunt bij uw kind blijven tot het in slaap is.

Tijdens de operatie past de oogarts de oogspiertjes aan van het scheve oog. Om het oog in een rechte stand te krijgen, maakt de oogarts de spiertjes sterker of juist zwakker, door ze te verplaatsen of in te korten.

De operatie duurt ongeveer anderhalf uur.

Na afloop

Na de operatie mag u bijna meteen naar uw kind toe. Wanneer uw kind goed wakker is, gaat het terug naar de kinder- en jeugdafdeling.

Meestal mag uw kind dezelfde dag alweer naar huis. Voordat uw kind naar huis gaat, komt de oogarts langs om de oogbewegingen van uw kind te testen.

Na de operatie

  • Het geopereerde oog is vaak rood, gezwollen en pijn­lijk. Om de klachten te verminderen, kan uw kind oogdruppels krijgen.
  • Het is belangrijk dat er geen infectie komt in het geopereerde oog. Daarom kan uw kind de eerste dagen beter niet zwemmen of bijvoorbeeld in de zandbak spelen.
  • Soms ziet een kind na de operatie dubbel. Dit gaan vaak na een paar dagen over.
  • Tijdens de operatie kan het hoornvlies beschadigd raken. Dit doet pijn maar geneest bin­nen een paar dagen.

Complicaties

  • Het gebeurt dat de stand van het oog na één operatie nog niet helemaal goed is en dat een tweede operatie nodig is. Ook is het niet altijd mogelijk om het scheelzien helemaal te verhelpen. 
  • Soms verandert de stand van het ooglid door de operatie. Ook komt het voor dat het oog na de operatie minder goed alle kanten op kan kijken. Meestal kan de oogarts van te voren zien hoe groot de kans is dat dit gebeurt. Als er een grote kans is, zal hij dat met u bespreken.
  • Een heel enkele keer ontstaat er een infectie of bloeding in het oog.
  • Tijdens het losmaken of vastmaken van de oogspiertjes is er een kleine kans dat de oogbol bescha­digd raakt.

Vragen?

Als u een vraag hebt, kunt u uw vraag stellen via de BeterDichtbij app

Is het dringend?

Hebt u een dringende vraag, dan kunt u bellen met de polikliniek Oogheelkunde. De polikliniek is te bereiken op telefoonnummer (0592) 32 52 85, van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur.

Buiten de openingstijden van de polikliniek Oogheelkunde kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp, (0592) 32 52 78.

 

ooghe11 - april 2023