Verzorging en voeding bij een colostoma
- Specialisme of afdeling Stomapoli
-
Openingstijden
Maandag, woensdag en vrijdag van 8.00 tot 16.00 uur.
- Afspraak maken? Vragen? (0592) 32 55 49
-
Wachttijd
Informeer bij de polikliniek
In het kort
Als u een stoma hebt, is het belangrijk dat u weet hoe u het opvangmateriaal kunt verwisselen. Houd ook rekening met wat u eet en drinkt, zodat uw ontlasting niet te hard wordt. De stomaverpleegkundigen helpen u. Zij geven u adviezen voor uw voeding en de verzorging van uw stoma. Als u toch problemen krijgt, kunt u altijd contact opnemen met de stomaverpleegkundigen.
Opvangmateriaal verwisselen: hoe vaak?
Opvangzakje legen
Er kan voortdurend ontlasting uit uw stoma naar buiten komen. Het beste kunt u het opvangzakje leegmaken als het voor een derde tot de helft vol is.
Verwisselen van een eendelig opvangsysteem
Een eendelig opvangsysteem verwisselt u 1 of 2 keer per dag, het zakje én de huidplak. De huidplak is gemaakt voor 1 dag en ook kan het filter verzadigd zijn en dan laat het geur door.
Verwisselen van een tweedelig opvangsysteem
Bij een tweedelig opvangsysteem verwisselt u het zakje 1 of 2 keer per dag. De huidplak kan een paar dagen blijven zitten, die hoeft u maar 3 of 4 keer per week te verwisselen.
Opvangmateriaal verwisselen: voorbereiding
Leg alvast klaar binnen handbereik, voordat u het opvangmateriaal gaat verwisselen:
- Materiaal om de huid en de stoma mee schoon te maken, zoals wc-papier, natte en droge schoonmaakdoekjes of een washandje.
- Nieuw opvangmateriaal.
- Een afvalzakje om het oude opvangmateriaal in te doen.
- Eventueel beschermende spray, crème, opvulpasta of een ring (in overleg met de stomaverpleegkundige).
- Eventueel iets om uw kleren mee te beschermen, zoals een handdoek.
- Eventueel een wasknijper om uw kleren mee vast te zetten.
Zorg ervoor dat u altijd een voorraad opvangmateriaal in huis hebt, bijvoorbeeld voor een periode van 2 weken.
Opvangmateriaal verwisselen: hoe gaat dat?
- Kies de houding die voor u het gemakkelijkst is, staand, zittend of liggend.
- U kunt een handdoek gebruiken om uw kleren mee te beschermen.
- U kunt uw shirt of overhemd vastzetten met een wasknijper.
- Verwijder het opvangmateriaal. Bij een eendelig systeem verwijdert u het zakje met daaraan vast de huidplak. Bij een tweedelig systeem verwijdert u het zakje en alleen als het nodig is, ook de huidplak. Als u de huidplak weghaalt, doe dat dan voorzichtig, ondersteun de huid goed.
- Maak bij een tweedelig systeem, als alleen het zakje verwisseld hoeft te worden, de stoma en de huidplak binnen de flens schoon. Controleer of er geen ontlasting tussen de stoma en de huidplak is gekropen. Maak de huid schoon met wc-papier, natte en droge gazen of een washandje. Gebruik lauw water.
Als er pleisterresten achterblijven, kunt u eventueel huidvriendelijke schoonmaakdoekjes gebruiken. Gebruik deze zo min mogelijk, want ze kunnen de huid ontvetten. Als u schoonmaakdoekjes gebruikt, maak de huid daarna dan goed schoon met lauw water.
Resten ‘kaasplak’ kunt u rustig laten zitten. - Maak de huid rond de stoma droog met een droog gaasje. Gebruik nooit een föhn om de huid te drogen. Doordat de stoma ongevoelig is, loopt u het risico zich te branden.
- Breng het nieuwe opvangmateriaal voorzichtig aan, van onderen naar boven. Let op dat het opvangmateriaal goed rond de stoma aansluit. Probeer de buikhuid te strekken, om huidplooien te vermijden. Controleer regelmatig met een malletje of de grootte van de stoma is veranderd, vooral de eerste drie maanden. Druk de huidplak goed aan, vooral rond de stoma. Controleer bij een tweedelig systeem of het zakje goed vast zit door er aan te trekken. Controleer ook of het zakje dicht is van onderen.
- Was uw handen als u klaar bent.
- Tijdens het verwisselen van het opvangmateriaal kan de stoma wat gaan bloeden. Dep dit met een nat gaasje. Het is niet iets om u zorgen over te maken.
- Er mag geen haar zitten op de huid rond de stoma. Zo nodig moet u de huid regelmatig scheren (van de stoma af scheren!). Gebruik geen ontharingscrème, de huidplak blijft dan minder kleven. Het is ook mogelijk om de huid (op eigen kosten) te laten laseren.
Douchen
U kunt gewoon douchen of in bad.
- Bij een eendelig opvangsysteem kunt u kiezen of u dit met of zonder opvangmateriaal doet. Zonder opvangmateriaal kunt u ontlasting verliezen.
- Bij een tweedelig opvangsysteem kunt u het beste het opvangzakje laten zitten, als de huidplak niet verwisseld hoeft te worden.
- U kunt beter geen badolie gebruiken. De kans bestaat dat de huidplak daardoor minder goed blijft zitten.
Op vakantie
Voldoende opvangmateriaal
Als u op vakantie gaat, neem dan voldoende opvangmateriaal mee. Het beste kunt u een deel van het opvangmateriaal in uw koffer meenemen en een deel in uw handbagage. Dan zit u niet meteen zonder, als u een van beide kwijtraakt.
Hebt u toch niet voldoende bij u en moet u opvangmateriaal aanschaffen, dan is het belangrijk dat u weet welk materiaal u gebruikt.
Vliegreis
Als u met het vliegtuig reist, mag u vijf kilo extra bagage meenemen als u kunt laten zien dat u een stoma hebt. Dit kan met een stomapaspoort, maar u kunt ook een brief krijgen van de stomaverpleegkundige waarin staat dat u een stoma hebt.
Auto
Laat bij warm weer geen opvangmateriaal in de auto liggen. Anders is de huidplak daarna niet meer te gebruiken.
Hotel
Overnacht u in een hotel? Neem dan iets mee om het matras te beschermen in verband met eventuele lekkage.
Algemene voedingsadviezen
Het is belangrijk dat uw ontlasting niet te hard is en niet te dun. Om stevige, soepele ontlasting te hebben, kunt u zelf een aantal dingen doen:
- Eet langzaam en kauw goed.
- Eet regelmatig, goed verspreid over de dag.
- Eet niet te veel voor het slapen gaan.
- Zorg dat u genoeg drinkt.
- Eet voldoende vezels.
- Gebruik genoeg zout.
Harde ontlasting
Genoeg drinken
Voor een goede ontlasting is veel drinken heel belangrijk. Probeer iedere dag 1,5 tot 2 liter vocht binnen te krijgen. Dat komt overeen met 12 tot 16 kopjes per dag. Ook vloeibare producten tellen mee, zoals soep, yoghurt of vla
Genoeg vezels
Ook vezels zijn nodig om de ontlasting niet te hard te maken.
Er zitten veel vezels in:
- volkorenbrood, roggebrood, volkorencrackers
- brinta, havermout, muesli, zilvervliesrijst
- volkorenpasta, zilvervliesrijst
- rauwkost, aardappels, peulvruchten, vers fruit (met schil), noten, gedroogde vruchten (pruimen, abrikozen, rozijnen)
Laxeermiddel
Als u toch last hebt van harde ontlasting en de ontlasting moeilijk in het zakje gaat, kan een laxeermiddel nodig zijn. U krijgt hiervoor een recept.
Verstopping
De kans bestaat dat uw stoma door harde ontlasting verstopt raakt. Neem dan direct contact op met het ziekenhuis (zie 'Vragen?').
Te dunne ontlasting
Met een colostoma moet u vooral oppassen dat uw ontlasting niet te hard wordt, maar te dunne ontlasting komt ook voor. Wat u dan het beste kunt doen:
- genoeg drinken
- extra zout gebruiken (bouillon, ORS)
- een cracker, beschuit of biscuit eten
Contact opnemen
Als uw urine heel donker is, of u plast weinig (minder dan 1,5 liter per dag), of u verliest opeens veel gewicht, neem dan contact op met uw huisarts of met het ziekenhuis.
Winderigheid
Het is heel normaal als u last hebt van winderigheid (gasvorming) wanneer u gegeten of gedronken hebt. Er komt dan namelijk lucht in het darmkanaal.
Bepaalde voedingsmiddelen en dranken kunnen zorgen voor extra winderigheid:
- ui, prei, paprika, knoflook, spruitjes, kool, champignons
- peulvruchten (bruine bonen, witte bonen, kapucijners, linzen, erwten)
- onrijpe banaan, meloen, vruchtensap
- scherpe kruiden en specerijen (o.a. sambal, Spaanse peper)
- bier, koolzuurhoudende dranken
Niet alleen eten of drinken zorgt voor winderigheid, het kan ook komen door:
- kauwgom kauwen
- roken
- snel eten
- praten tijdens het eten
Ontluchten van het opvangzakje
Het ontluchten van het opvangzakje gebeurt automatisch, via een filter. Dit gaat geurloos.
Als het opvangzakje bol blijft, is het filter waarschijnlijk verzadigd en moet u het opvangzakje leegmaken of vervangen. Een filter werkt ongeveer twaalf uur.
Door het filter kan het opvangzakje vacuüm trekken. Soms helpt het om het filter af te plakken met de bijgeleverde stickers.
Sterk ruikende ontlasting
Door bepaalde voedingsmiddelen kan uw ontlasting sterk gaan ruiken:
- ui, prei, kool, knoflook
- peulvruchten (bruine bonen, witte bonen, kapucijners, linzen, erwten)
- vis
- rijen (o.a. sambal, Spaanse peper)
- eieren, kaas
- vitamine B-tabletten
Als u karnemelk of yoghurt gebruikt, gaat uw ontlasting minder sterk ruiken.
Ruikt u uw ontlasting terwijl u niet aan het verschonen bent? Controleer dan of het opvangzakje, de huidplak of het filter misschien lekt.
Als u een lucifer afstrijkt bij het verschonen, ruikt u de ontlasting minder.
Wanneer contact opnemen?
Neem contact op met de stomaverpleegkundigen bij een van de volgende problemen:
- Plotselinge verandering in de lengte, grootte of kleur van de stoma.
- Een vernauwing, breuk of uitstulping van de stoma.
- Pijn of krampen voordat de ontlasting uit de stoma komt.
- Vaak lekkage.
- Huidproblemen.
- Opeens veel meer ontlasting zonder dat u meer bent gaan eten of drinken.
- Veel aandrang zonder dat er ontlasting komt of veel slijmverlies uit uw anus.
Vragen?
Hebt u een vraag? Neem dan contact op met de stomaverpleegkundigen. U kunt hen bereiken op maandag, woensdag en vrijdag tussen 8.00 uur en 16.0 uur op telefoonnummer (0592) 32 55 49.
Buiten kantooruren
Als u een dringende vraag hebt buiten de bereikbaarheidstijden van de stomaverpleegkundigen kunt u bellen naar verpleegafdeling B2, telefoonnummer (0592) 32 55 30 of naar de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (0592) 32 52 78.
Vragen over het stomamateriaal?
Als u problemen hebt met uw stomamateriaal, kunt u contact opnemen met de leverancier. Deze is 24 uur per dag bereikbaar (zie de informatie die u hebt ontvangen bij uw eerste bestelling). Verder hebben alle firma’s waar u stomamateriaal kunt bestellen, hun eigen website.
chiru45 - januari 2023