Zwanger na een eerdere vroeggeboorte

Ouder en Kind-centrum

  • Specialisme of afdeling Verloskunde
  • Openingstijden

    Maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur

  • Afspraak maken? Vragen? Afdeling Verloskunde (0592) 32 50 90.

In het kort

Wanneer je bevalt voor 37 weken, noemen we dit een vroeggeboorte. De baby heeft dan extra zorg nodig. Als je in het verleden 1 of meerdere keren voor 37 weken bent bevallen, heb je bij een volgende zwangerschap ook de kans dat de baby te vroeg wordt geboren.

We weten niet altijd wat de oorzaak is van een vroeggeboorte. Wel zijn er dingen die je kunt doen om de kans op een vroeggeboorte te verlagen, zoals te stoppen met roken. 

Wat is een vroeggeboorte?

Een zwangerschap duurt normaal tussen de 37 en 42 weken vanaf de laatste normale menstruatie. Wanneer je eerder bevalt dan 37 weken, noemen we dit een vroeggeboorte.

Elk jaar bevallen ongeveer 160.000 vrouwen in Nederland. Hiervan bevallen 12.000 vrouwen (zo'n 7%) eerder dan 37 weken. Daarvan zijn er 2.400 vrouwen (zo'n 1,5%) die bevallen voor 32 weken.

Kwetsbaar

Een te vroeg geboren baby is nog niet helemaal klaar om te leven buiten de baarmoeder. Ze kunnen hierdoor snel ziek worden en soms zelfs overlijden. Hoe jonger de baby is bij de geboorte, hoe groter de kans hierop. Daarom worden te vroeg geboren baby's opgenomen op de afdeling Neonatologie of de couveuse-afdeling. Vroeggeboorte is de belangrijkste reden voor ziekte en overlijden van pasgeborenen in Nederland.

Een baby die vóór 32 weken geboren wordt kan het beste opgevangen worden in het UMCG of in de Isala Kliniek Zwolle. Baby's geboren na 32 weken zwangerschap hebben vaak een prima diagnose en kunnen goed in het WZA geboren en verzorgd worden.

De kans op herhaling

Als je bij een vorige zwangerschap te vroeg bent bevallen, dus vóór 37 weken, dan is de kans om opnieuw vroeg te bevallen groter. 

  • Ben je eerder vóór 37 weken bevallen, dan is de kans om weer te vroeg te bevallen zo'n 20%. Dit betekent dat 1 op de 5 vrouwen nu weer te vroeg zal bevallen.
  • Ben je nooit te vroeg bevallen dan is de kans op een vroeggeboorte ongeveer 4%. Dat is 1 op de 25 vrouwen.

Wat kun je doen?

Onderzoek toont aan dat je de volgende dingen zelf kunt doen om de kans op vroeggeboorte te verlagen:

Stoppen met roken en drugs

Roken en drugsgebruik (waaronder marihuana) verhogen de kans op een vroeggeboorte. De verloskundige of gynaecoloog zal je adviseren om te stoppen. Als je stopt voordat je 12 weken zwanger bent, verlaag je de kans op een vroeggeboorte met 33%.

Werk en rust

Met bedrust kun je een vroeggeboorte niet voorkomen. 

Als je in de nachtdiensten werkt, kan dit het risico op een vroeggeboorte vergroten. Het advies is om geen of zo weinig mogelijk nachtdiensten te werken. Bespreek dit advies met je leidinggevende op je werk. Als je er samen niet uitkomt, neem dan contact op met je bedrijfsarts om je hierin te helpen.

Behandeling

Helaas is er nog geen enkele behandeling die een vroeggeboorte volledig voorkomt. Er zijn wel behandelingen die het risico op een vroeggeboorte kunnen verlagen. Je komt in aanmerking voor een behandeling als je:

  • 1 keer vóór 34 weken bent bevallen of
  • 2 keer vóór 37 weken bent bevallen.

Het is niet duidelijk of een behandeling zinvol is voor vrouwen met 1 vroeggeboorte tussen de 34 en 37 weken. Je kunt dit altijd met je arts bespreken.

Welke behandelingen zijn er?

Als uit het gesprek met je arts blijkt dat je in aanmerking komt voor een behandeling, zijn er 2 mogelijkheden:

  • Een hormoonbehandeling met het vrouwelijk hormoon progesteron.
  • Een bandje (cerclage) om de baarmoedermond.

Je arts zal de mogelijkheden met je bespreken en aangeven welke behandeling in jouw situatie het beste zal zijn.

Is een ring ook mogelijk?  

De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar het nut van het plaatsen van een ring (pessarium) om de baarmoedermond. Deze ring zorgt ervoor dat de baarmoedermond niet korter wordt of open gaat. Als je hiervoor in aanmerking komt zal je gynaecoloog dit met je bespreken.

Behandeling met progesteron

Progesteron is een (lichaamseigen) hormoon. Dit hormoon is belangrijk om zwanger te worden én zwanger te blijven. Wanneer je progesteron gebruikt tijdens de zwangerschap is de kans op  vroeggeboorte kleiner. Dit geldt alleen voor vrouwen die al eens eerder te vroeg zijn bevallen. 

Korte baarmoedermond

Soms wordt er bij toeval een korte baarmoedermond gemeten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de gynaecoloog een inwendige echo doet. Als je korter dan 26 weken zwanger bent, en er wordt een baarmoedermond lengte van 2,5cm gemeten, dan wordt dit met je besproken. Je hebt dan een verhoogd risico op een vroeggeboorte.

Er zijn sterke aanwijzingen dat een behandeling met progesteron ook bij deze vrouwen de risico's op een vroeggeboorte kunnen verlagen. De kans neemt ongeveer 40% af. Onderzoeken hebben nog niet aangetoond dat het zinvol is om standaard aan alle vrouwen een echo-onderzoek aan te bieden.

Tabletten 

Progesteron toedienen kan op verschillende manieren. De vaginale tabletten lijken het meest effectief. Tussen de 16 en 36 weken breng je deze tabletten zelf 1 keer per dag vaginaal in. Je kunt de tablet het beste 's avonds voor het slapengaan inbrengen. Dan heb je zo min mogelijk last van de afscheiding. 

Het plaatsen van een bandje (cerclage)

Het plaatsen van een bandje rondom de baarmoedermond wordt al jaren gebruikt om een vroeggeboorte te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat een bandje vooral effectief is wanneer je eerder vóór 34 weken bevallen bent én nu een korte baarmoedermond hebt. In alle andere gevallen lijkt een bandje niet zo effectief. 

De lengte meten van de baarmoedermond

Als je in een vorige zwangerschap vóór 34 weken bent bevallen, maak je met je gynaecoloog een afspraak om te baarmoedermond te meten. Waarschijnlijk gebeurt dit tussen de 16 en 24 weken zwangerschap. De gynaecoloog of verloskundige zal dit onderzoek op minimaal 2 verschillende momenten doen. Het meten van de baarmoedermond wordt gedaan met een inwendige echo. Dit onderzoek is niet schadelijk voor de baby. Je komt in aanmerking voor het plaatsen van een bandje als de lengte van je baarmoedermond 2,5 cm of korter is bij 1 van deze metingen. 

Voor het plaatsen van een bandje, verwijzen we je door naar het UMCG.

Risico's

Het plaatsen van een bandje is een operatieve behandeling. Alle operatieve behandelingen hebben risico's. De risico's van een narcose of ruggenprik zal de anesthesioloog met je bespreken. Zowel een narcose als een ruggenprik zijn veilig voor de baby. Het grootste risico van de ingreep voor de zwangerschap is het breken van de vliezen tijdens of kort na de ingreep. Gelukkig komt het weinig voor (minder dan 1%). Andere klachten die vrouwen kunnen hebben na het plaatsen van een bandje zijn:

  • Vaginaal bloedverlies
  • Meer vaginale afscheiding
  • Last (hinder) hebben van de draadjes van het bandje.

Het advies is om na het plaatsen van het bandje minimaal 1 week geen vaginaal seksueel contact te hebben.

Vragen?

Als je een vraag hebt, kun je die stellen via de BeterDichtbij-app.

Heb je een dringende vraag? Neem dan contact op met een medewerker van het Ouder en Kind-centrum:

  • Maandag t/m vrijdag tussen 8.00 - 16.30 uur kun je bellen naar de polikliniek Verloskunde: (0592) 32 52 70.
  • Voor bevallingen en spoed is de Kraamafdeling dag en nacht bereikbaar: (0592) 32 50 90.

verlos06 - oktober 2023
Deze informatie is geschreven door de gezamenlijke Noordelijke ziekenhuizen.