Bloedcontrole
Voor de start van een kuur moet u vaak eerst uw bloed laten prikken ter controle.
- Bij een tekort aan rode bloedlichaampjes, hebt u bloedarmoede. U kunt zich hierdoor onder meer moe en kortademig voelen. Ook kunt u koude handen en voeten krijgen en bleek zien.
- Door de behandeling kan het aantal witte bloedlichaampjes in uw bloed dalen. Hierdoor is uw weerstand lager en bent u gevoeliger voor infecties. Probeer contact met grieperige of verkouden mensen zoveel mogelijk te vermijden. Probeer wondjes en dus ook infecties te voorkomen. Spoel wondjes goed na met kraanwater.
- Het aantal bloedplaatjes kan ook dalen. Hierdoor stolt uw bloed minder goed. Wondjes kunnen daardoor langer nabloeden. Druk wondjes stevig dicht. Ook kunt u spontaan blauwe plekken krijgen.
Medicatie
Vertel uw specialist welke medicijnen en zelfzorgmedicijnen u gebruikt. Verandert er iets? Geef dit dan door aan de Wilhelmina Apotheek, tel (0592) 32 54 24.
Als het nodig is, kunt u uw eigen medicijnen en medicatie tegen de misselijkheid meenemen naar het Centrum voor Dagbehandeling.
Gebruikt u Metoclopramide of Clemastine? Deze middelen beïnvloeden de rijvaardigheid. Bestuur geen voertuigen op de dag dat u deze medicijnen gebruikt.
Homeopathische en andere alternatieve middelen
Gebruik homeopathische en andere alternatieve middelen alleen in overleg met de specialist. Gebruik geen sint-janskruid, want dit vermindert de werking van de kuren.
Vitamines en mineralen
U mag alleen vitamines en mineralen gebruiken tot maximaal 100% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).
Gebruikt u eiwit- en energierijke drinkvoeding, zoals Nutridrink? Neem dan geen extra vitamines en mineralen.
Voeding
Zorg dat u dagelijks 1,5 tot 2 liter vocht binnenkrijgt. Zorg dat u geen lege maag hebt, dit is ook om misselijkheid te voorkomen. Voelt u zich toch misselijk? Dan kunnen cola, ginger ale en gemberthee helpen tegen deze klachten.
Eet en drink tijdens de kuur geen producten die grapefruit, mineola of pompelmoes bevatten.
Krijgt u een kuur met Oxaliplatine, Carboplatine, Irinotecan of Cisplatine? Gebruik dan geen visoliesupplementen op de dag van de kuur en de dag voor en na de kuur.
Probeer tijdens de kuur uw gewicht stabiel te houden. Valt u meer dan 3 kilo af in 1 maand, of meer dan 6 kilo in een half jaar of kunt u niet eten? Neem dan contact op met de oncologieverpleegkundigen. Een diëtist kan dan tijdens het toedienen van de kuur contact met u opnemen.
Kijk voor meer informatie over voeding en kanker op www.voedingenkankerinfo.nl
Zenuwbeschadigingen (neuropathie)
Door de behandeling kunnen zenuwcellen beschadigen, dit noemen we ook wel neuropathie. Hoe eerder deze klachten worden aangepakt, des te kleiner is de kans op blijvende schade. De klachten verdwijnen meestal binnen enkele maanden, maar het kan ook een jaar duren. In sommige gevallen gaan de klachten niet meer weg.
Het kan gaan om de volgende klachten in uw handen en voeten:
- Minder gevoel
- Tintelingen
- Een branderig of juist slapend gevoel
- Minder kracht
- Pijnklachten
- Pijn in de huid bij koude of warme omstandigheden
- Verlies van fijne motoriek
Let op: Hebt u last van een van deze klachten? Meld dit bij uw specialist of de oncologieverpleegkundige een dag voor de start kuur.
Hand- en voetsyndroom
Bij sommige kuren kunt u last krijgen het hand- en voetsyndroom. Dit kan zorgen voor de volgende klachten aan handen en voeten: jeuk, roodheid, pijn of gevoeligheid, zwelling, schilferende huid, blaren en infecties van de huid of nagels.
Om te voorkomen dat u het hand- en voetsyndroom krijgt, zijn er de volgende adviezen:
- Vermijd druk op de voeten. Wissel regelmatig van schoenen. Draag geen hoge hakken.
- Vermijd hitte. Douche zo kort en koel mogelijk.
- Vet uw handen en voeten meerdere keren per dag in met een crème met ureum. Vermijd stevig wrijven.
- Last van kloven? Smeer uw handen of voeten in met crème met ureum, ook op de kloven kunt u zalf smeren. Wikkel uw handen of voeten vervolgens in met huishoudfolie en laat dit een uur zitten.
Let op: Hebt u last van deze klachten? Meld dit bij uw specialist of oncologieverpleegkundige. In sommige gevallen wordt de dosis verlaagd of medicatie tijdelijk gestopt.
Diarree
Als u last hebt van diarree (waterdunne ontlasting), is het belangrijk dat u voorkomt dat u uitdroogt. Drink minstens 2 tot 3 liter vocht per dag. Drink bouillon, ORS of sportdrank. Als u langere tijd last houdt van diarree, kunt u om medicijnen vragen via de huisarts, oncologieverpleegkundige of specialist.
Voor extra informatie over dit onderwerp kunt u kijken op: www.voedingenkankerinfo.nl
Obstipatie (verstopping)
Bij obstipatie, ook wel verstopping genoemd, hebt u moeite met poepen. Dit kan ook worden veroorzaakt door medicijnen tegen de misselijkheid of morfine. Bij verstopping is het advies om elke dag 2 liter vocht te drinken en vezelrijk te eten. U kunt ook Movicolon, Macrogol of Lactulose gebruiken tegen de obstipatie.
Voor extra informatie over dit onderwerp kunt u kijken op: www.voedingenkankerinfo.nl
Huidverzorging en de zon
Als u last hebt van een droge huid, raden we aan dat u regelmatig uw huid insmeert met een crème met ureum, zonder alcohol en parfum.
Probeer veel zonlicht te vermijden. Ga ook niet onder de zonnebank. U mag wel gewoon naar buiten, maar ga niet onbeschermd zonnen. Uw huid kan namelijk sneller verbranden. Draag eventueel iets op uw hoofd tegen de zon, zoals een hoed of pet. Gebruik zonnebrandcrème factor 50, wit van kleur, die beschermt tegen UVA én UVB. Smeer uzelf iedere 2 uur in.
Er is niets aan te doen als u last krijgt van bruine vlekjes op de huid, deze heten ook wel pigmentaties. Bij hinderlijke huidveranderingen raden we u aan om uw specialist te waarschuwen. Deze kan u doorverwijzen naar een dermatoloog (huidarts) als dit nodig is.
Mondverzorging
Het is belangrijk dat u een goed verzorgd, gezond gebit hebt. We raden aan dat u voor het starten van de behandeling naar de tandarts gaat om uw gebit te laten controleren. Als u tijdens de behandeling naar de tandarts moet, meld dan altijd dat u chemotherapie krijgt.
De volgende adviezen helpen om uw gebit in goede staat te houden tijdens de behandeling:
- Het is belangrijk het gebit en de mondslijmvliezen schoon en vochtig te houden om tandplak te voorkomen en om slijmvliesbeschadigingen te voorkomen. Vermijd daarom hard en heet eten.
- Poets 2 tot 4 keer per dag met een zachte of elektrische tandenborstel. Laat de borstel drogen met de kop naar boven.
- Gebruik een tandpasta met fluoride die niet irriterend is of eventueel een mentholvrije tandpasta.
- Als poetsen (tijdelijk) niet goed mogelijk is, gebruik dan alcoholvrije mondspoeling of spray die chloorhexidine bevat.
- Als u de ruimte tussen tanden en kiezen wil schoonmaken, doe dit dan zonder het tandvlees te beschadigen.
- Spoel of spray 4 tot 10 keer per dag uw mond met water of een zoutoplossing. U maakt deze oplossing door 1 eetlepel zout door 1 liter (warm) water te roeren. Spoel ook als u net hebt gebraakt.
- Hebt u pijn? Dan kan ijswater of ijsschaafsel de pijn verlichten.
- Houd uw lippen schoon en houd ze vet met vaseline uit een tube.
- Hebt u een gebitsprothese of gebitsframe? Draag deze ’s nachts niet. Bewaar deze droog en spoel af voor het terugplaatsen.
- Draag geen gebitsprothese als uw mondslijmvlies ontstoken is.
- Speekselvervangers kunnen klachten verlichten die veroorzaakt worden door een droge mond.
Vermoeidheid
Door actief te blijven kunt u voorkomen dat u vaak vermoeid bent. Als u beweegt, verbetert uw conditie. Hoe beter de conditie, des te minder vermoeid u bent. U kunt hulp krijgen van een fysiotherapeut om in beweging te blijven. Meer informatie leest u in de folder Oncologische fysiotherapie, in uw informatiemap. Informeer vooraf bij uw verzekering naar de vergoeding.
Daarnaast gelden de volgende adviezen om u fit en vitaal te blijven voelen tijdens de behandeling:
- Neem voldoende rust (kort), stel grenzen en verdeel uw energie.
- Voer dagelijkse activiteiten in aangepast tempo uit.
- Ontspanning en afleiding kunnen u helpen om u goed te voelen. Inspanning veroorzaakt ook ontspanning.
- Vraag zo nodig om hulp. Denk daarbij aan mantelzorg of thuiszorg.
- Wees duidelijk naar uw omgeving. Leg uit dat uw vermoeidheid van het ene op het andere moment de planning kan verstoren.
Seksualiteit en anticonceptie
Hebt u door de behandeling problemen gekregen op het gebied van seksualiteit. Aarzel dan niet om deze te bespreken met uw specialist of de oncologieverpleegkundige.
Als vrijen pijnlijk is geworden door een droge vagina, dan kan een glijmiddel uitkomst bieden. Dit kunt u halen bij de apotheek of drogist.
Hebt u een kinderwens? Overleg dan met uw specialist welke gevolgen de behandeling op uw vruchtbaarheid heeft. Overleg ook over het gebruik van anticonceptiemiddelen. U dient zwangerschap te voorkomen tijdens en tenminste 3 tot 6 maanden na het beëindigen van de chemotherapie.
Griepprik
Als u wordt behandeld met medicijnen tegen kanker, dan hebt u een hoger risico op een gecompliceerd verloop van de griep. Ons advies is om voor de start van de kuur te vragen aan uw huisarts of u een griepprik kunt krijgen. Als u al bent gestart met kuren dan mag de griepprik op elk willekeurig tijdstip gegeven worden.
Reiskosten
Wilt u de reiskosten terugvragen van de belasting of verzekering? Dan kunt u via de secretaresse van de specialist of via de oncologieverpleegkundige een uitdraai vragen van uw afspraken in het WZA.
Voortgangsgesprek
Na het afronden van de kuren krijgt u een afspraak voor een voortgangsgesprek met de oncologieverpleegkundige. Tijdens dit gesprek bespreekt u samen of het nodig is om contact te houden.