Boezemfibrilleren en het gebruik van flecaïnide

Door rekening te houden met uw leefstijl kunt u de kans op het ontstaan van boezemfibrilleren verminderen.

Bij een gezonde leefstijl horen de volgende adviezen:

• Drink (weinig of) geen alcohol. 
• Voorkom uitdroging. Drink voldoende water, vooral als het warm is of bij inspanning.
• Beperk stress.
• Zorg voor voldoende en goede slaap.
• Voorkom overgewicht of probeer af te vallen met een gezond eet- en beweegplan. 

U kunt eerder last krijgen van boezemfibrilleren als u ook last heeft van andere aandoeningen. Daarom kan een goede behandeling van bijvoorbeeld een hoge bloeddruk, COPD, slaapapneu, schildklierproblemen, een ontsteking of een infectie het risico op boezemfibrilleren verkleinen.

Het gebruik van flecaïnide kan in sommige omstandigheden een hoge kans geven op ernstige bijwerkingen. Daarom bent u onder controle bij de cardioloog. Het streven is een zo goed mogelijk effect te bereiken met een zo laag mogelijke dosering flecaïnide.

Om flecaïnide veilig te kunnen gebruiken moet jaarlijks een ECG worden gemaakt om de elektrische geleiding in het hart te controleren. Als de elektrische geleiding verandert door ouderdom of andere factoren moet de hoeveelheid flecaïnide soms worden verminderd of een alternatieve behandeling worden gezocht.

Afhankelijk van uw risico op het ontstaan van stolseltjes krijgt u bloedverdunners.

Gebruikt u acenocoumarol (Sintrom) of fenprocoumon (Marcoumar), dan worden de medicijnen via de Trombosedienst ingesteld op basis van bloedwaarden.

Als u apixaban (Eliquis), dabigatran (Pradaxa), edoxaban (Lixiana) of rivaroxaban (Xarelto) gebruikt is de dosering afhankelijk van de nierfunctie en soms van andere factoren. Het advies is om bij deze medicijnen ten minste eenmaal per jaar bloedonderzoek te laten doen. Dit is nodig om te beoordelen of de dosering moet worden aangepast. De bloedcontroles lopen in principe via de huisarts.

Bloedverdunners hebben als belangrijkste risico een grotere kans op bloedingen. Om de risico's op zowel stolsels als bloedingen zoveel mogelijk te beperken is het van belang de medicijnen dagelijks trouw in te nemen. Om bloedingen te voorkomen is daarnaast met name goede behandeling van hoge bloeddruk en maagklachten van belang, als deze aanwezig zijn.

U een aanval van boezemfibrilleren heeft met veel klachten?

• Bel de spoedopvang van het WZA of als u het niet vertrouwd 112.

U toename van aanvallen van boezemfibrilleren heeft?

• Stuur een bericht via de BeterDichtbij-app of bel met de poli cardiologie.
• Vaak kan het inzichtelijk zijn om bij te houden hoe vaak klachten voorkomen, hoelang ze duren en in wat voor omstandigheden ze optraden.

U bijwerkingen van de medicijnen voor uw boezemfibrilleren vermoed?

• Controleer de bijsluiter of dit voorkomt en neem daarna zo nodig contact op met uw apotheker of cardioloog.

U andere nieuwe klachten heeft, waarvan u denkt dat het van uw hart komt?

• Neem contact op met uw huisarts of in acute omstandigheden 112

Als u een andere behandeling voor uw boezemfibrilleren wilt overwegen bestaan onderstaande alternatieven. Bespreek met uw cardioloog waarvoor u in aanmerking komt als uw huidige behandeling niet bevalt.

• Verhogen of verlagen van de dosering van de flecaïnide
• Andere medicijnen oom aanvallen zoveel mogelijk te voorkomen
• Pulmonaalvenenisolatie (ook wel ablatie genoemd)
• Atriumfibrilleren accepteren en zorgen dat het ritme niet te snel en niet te traag wordt.

Als u een vraag hebt, kunt u uw vraag stellen via de BeterDichtbij-app. 

Hebt u een dringende vraag, dan kunt u bellen met de polikliniek Cardiologie. De medewerkers zijn op werkdagen bereikbaar, telefoon (0592) 32 52 05.

Cardi xx  -  juni 2025

Meer informatie over boezemfibrilleren:

• Informatie van de Hartstichting 
  Boezemfibrilleren: dit moet je weten | Hartstichting 
• Informatie van het UMCG
  Boezemfibrilleren: onregelmatige hartslag in hartboezems

Over bijwerkingen van medicijnen (Lareb)
Zoek in bijwerkingen van geneesmiddelen

Over ablatie en elektrofysiologisch onderzoek (UMCG)
Elektrofysiologisch onderzoek en ablatie