Botox-injecties voor een overactieve blaas

Behandeling met plaatselijke verdoving, ruggenprik of narcose?

De uroloog bespreekt met u of u de behandeling onder plaatselijke verdoving of met een ruggenprik of narcose wilt. 

• Krijgt u een plaatselijke verdoving: de behandeling vindt plaats in een behandelkamer op de polikliniek Urologie. U mag 1 uur voor de afspraak 2 paracetamol van 500mg innemen. 
• Krijgt u een ruggenprik of narcose: de behandeling vindt plaats in een operatiekamer. Als u een ruggenprik of narcose wilt, krijgt u van te voren een afspraak voor het preoperatieve spreekuur met de anesthesioloog. De anesthesioloog bespreekt met u de ruggenprik of narcose, en geeft aan hoeveel uren voor de operatie u niet meer mag eten of drinken. Ook maakt de anesthesioloog afspraken met u over uw medicatie.

Bloedverdunners

Als u bloedverdunners gebruikt, moet u daar meestal een aantal dagen van tevoren mee stoppen.

• Sintrom (acenocouma­rol): 3 dagen van tevoren.
• Marcoumar (fenprocoumon): 5 dagen van tevoren.
• Plavix (clopidogrel): 5 dagen van tevoren.
• DOAC (xarelto of pradaxa): overleg met uw arts, het is afhankelijk van uw nierfunctie en de ingreep. 

Ascal en Persantin kunt u gewoon doorgebruiken.

Als u vragen hebt over het stoppen met bloedverdunners, neem dan contact op met een medewerker van de polikliniek Urologie. Bereikbaar op werkdagen, telefoon (0592) 32 52 65.

Bloed laten prikken

Als u Sintrom of Marcoumar gebruikt, moet u 1 uur voor de behandeling bloed laten prikken in het laboratorium in het ziekenhuis. Vergeet niet het labformulier mee te nemen! 

Uroloog, physician assistant of ANIOS

Op onze afdeling werken zowel urologen, een physician assistant (PA) en ANIOS (arts assistenten). Zij zijn medisch zorgverlener en doen op de afdeling Urologie zowel diagnostiek, behandeling als begeleiding. Overal waar in de tekst uroloog staat, kunt u ook PA of ANIOS lezen. 

In de afsprakenbrief staat waar u zich op de dag van de behandeling kunt melden. Dit is:

• bij de afdeling Opname. Van daaruit brengt een medewerker u naar het Dagcentrum. Vlak voor de behandeling gaat u van het Dag­centrum naar de operatieafdeling. Hier krijgt u eerst de verdoving. Meestal gebeurt dit met een ruggenprik. U voelt dan geen pijn, maar blijft wel gewoon wakker.
• bij de polikliniek Urologie. Hier meldt u zich en wordt u naar de behandelkamer gebracht. 

Het toedienen van Botox-injecties

Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op een behandel­tafel met uw benen in beensteunen.

De uroloog brengt via de plasbuis een kijkbuis (cystoscoop) in uw blaas. Dit is een hol buisje met aan het eind een kleine camera. De camera is aangesloten op een monitor. Op de monitor kan de uroloog de binnenkant van uw blaas zien.

Via de kijkbuis laat de uroloog eerst spoelvloeistof in de blaas lopen. Vervolgens wordt via de kijkbuis een injectienaald in uw blaas gebracht. Daarmee spuit de uroloog op zo'n 10 tot 20 plaatsen verspreid over de blaas een kleine hoeveelheid Botox in de blaasspier.

De behandeling duurt ongeveer 10 minuten.

Na de behandeling

Na de behandeling gaat u naar het Dag­centrum. Als u hebt geplast, controleert een verpleegkun­dige met een echo-apparaat of de blaas leeg is. Als uw blaas leeg is, mag u naar huis.

De eerste dagen na de behandeling kunt u wat bloed in uw urine hebben. Het is belangrijk dat u dan veel drinkt, bij voorkeur water. Door onge­veer 2 liter per dag te drinken voorkomt u dat u bloedstol­sels in uw blaas krijgt.

Contact opnemen 

Neem contact op met een medewerker van de polikliniek Urologie, telefoon (0592) 32 52 65:

• Als u koorts hebt boven de 38,5° C.
• Als u niet (goed) meer kunt plassen.
• Als u brandende pijn hebt bij het plassen.
• Als u een blaasontsteking hebt.
• Als er veel bloed in uw urine zit.

Als u een vraag hebt, kunt u uw vraag stellen via de BeterDichtbij-app. 

Hebt u een dringende vraag, dan kunt u bellen met de polikliniek Urologie. De medewerkers zijn op werkdagen bereikbaar, telefoon (0592) 32 52 65.

urolo21 - januari 2024

• allesoverurologie.nl