Een PEG-sonde

Voorbereidingen in verband met sedatie 

In verband met de sedatie (een slaapmiddel dat u tijdens het onderzoek krijgt) vragen we u om van tevoren thuis een gezondheidsvragenlijst in te vullen.

Vanwege uw gezondheidstoestand kan het nodig zijn dat u enige tijd voor het onderzoek naar het spreekuur gaat van de sedationist (degene die de verdoving toedient).

Stoppen met sondevoeding en vocht

Vanaf 24.00 uur de avond voor de  ingreep mag u geen sondevoeding of vocht meer hebben (ook geen water). Anders kan de ingreep niet doorgaan. 

Vervoer regelen

Door het slaapmiddel kunt u na het onderzoek niet zelf terug naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand u na afloop naar huis brengt.

Na aankomst in het ziekenhuis meldt u zich bij de afdeling Opname en gaat daarna naar een verpleegafdeling. Vanaf de verpleegafdeling gaat u naar het scopiecentrum, waar de PEG-sonde wordt geplaatst.

Antibiotica

Ongeveer een uur van tevoren krijgt u op de verpleegafdeling via een infuus antibiotica. 

Sedatie

Op het scopiecentrum krijgt u voor de ingreep via een infuus een middel dat uw bewustzijn vermindert, zodat u niets van het onderzoek merkt. Dit wordt sedatie genoemd (sedatie is géén narcose, u blijft zelf ademen en slikken en kunt op ieder moment wakker worden gemaakt).

De sedatie wordt toegediend door een sedationist (een anesthesiemedewerker die een sedatie-opleiding heeft gevolgd).

Tijdens het onderzoek bent u aangesloten op een bewakingsmonitor. Om uw hartslag te kunnen meten, hebt u plakkers op uw borst. Verder hebt u een bloeddrukband om uw arm voor het meten van uw bloeddruk, een knijper op uw vinger om het zuurstofgehalte van het bloed te meten en een zuurstofslangetje in uw neus om extra zuurstof te geven.

Het plaatsen van de sonde

Het plaatsen van de PEG-sonde wordt gedaan door een maagdarmleverarts en twee scopieverpleegkundigen.

Tijdens de ingreep ligt u op uw rug.

Eerst  brengt de arts via uw mond en slokdarm een endoscoop in uw maag. Dit is een dunne slang met een lichtbron en een cameraatje dat is verbonden met een beeldscherm. Daarmee kan de arts alles goed zien bij het plaatsen van de sonde.

Vervolgens wordt uw buikwand verdoofd en maakt de arts daar een klein sneetje. Via het sneetje gaat de PEG-sonde naar binnen tot in uw maag.

De sonde wordt met een fixatieplaatje tegen de maagwand vastgezet en er komt een fixatieplaatje op uw buik. De plaatjes zorgen ervoor dat de sonde goed blijft zitten.

Bijkomen en naar huis

Na afloop gaat u eerst naar het uitslaapgedeelte van het scopiecentrum. Wanneer u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.

U mag naar huis:

• u goed wakker bent
• uw hartslag en bloeddruk goed zijn
• u kunt drinken en niet misselijk bent
• u rechtop kunt zitten zonder duizelig te zijn

Verminderd reactievermogen

U kunt nog een tijdje onder invloed zijn van het slaapmiddel dat u tijdens het onderzoek krijgt. Daarom mag u de eerste 24 uur:

• niet deelnemen aan het verkeer
• geen alcohol drinken
• geen belangrijke documenten tekenen

Meestal kunt u drie tot zes uur na het plaatsen van de sonde uw eerste sondevoeding krijgen. Uw (huis)arts bepaalt in overleg met een diëtist wat voor u de beste sondevoeding is.

Verzorging in de eerste week

• Het fixatieplaatje op uw buik moet goed strak blijven zitten, zodat de sonde niet kan schuiven. Op die manier kan zich op de plek van de sonde een doorgang (fistel) vormen tussen de buikwand en de maag. Dit is belangrijk voor het geval het een keer nodig zou zijn om een nieuwe sonde te plaatsen. Dan kan namelijk gebruik worden gemaakt van de bestaande doorgang. Na de eerste week kan het plaatje op de buikwand iets losser worden gemaakt.
• De eerste week mag u niet in bad. U kunt wel onder de douche. Dep na het douchen de plaats waar de sonde naar binnen gaat, goed droog.
• Het is belangrijk dat de sonde schoon blijft. Daarom is het nodig dat u de sonde voor én na iedere voeding (of toediening van medicijnen) doorspoelt met 20 ml lauw water. U kunt hiervoor de spuit gebruiken die in het verzorgingspakket zit.

Verzorging na de eerste week

Ook na de eerste week moet u de sonde voor én na iedere voeding (of toediening van medicijnen) spoelen met 20 ml lauw water.

• De huid rond de insteekopening van de sonde moet u iedere dag schoonmaken met lauw water (géén zeep gebruiken) en daarna goed droog maken. Om er goed bij te kunnen, kunt u het plaatje op de buikwand een stukje terugschuiven.
• Draai de sonde iedere dag één keer helemaal (360 graden) rond. Zo voorkomt u dat de sonde vastgroeit in de maagwand.
• Om het vastgroeien van de sonde te voorkomen, moet u de sonde ook één keer per week dompelen. Dit doet u door de sonde voorzichtig drie tot vier centimeter naar binnen te duwen en daarna weer voorzichtig terug te halen.
• Ook al eet u niet zelf, het is toch belangrijk dat u uw mond en gebit goed schoonhoudt om mondinfecties te voorkomen.

Er is een kleine kans dat u thuis last krijgt van een nabloeding, koorts of misselijkheid met braken. Ook kan het sneetje waarlangs de sonde naar binnengaat, ontstoken raken. Neem dan contact op met het ziekenhuis, zie 'Vragen?'. 

Valt de sonde?

De kans dat de sonde eruit valt, is erg klein. Als het toch gebeurt, is het belangrijk dat u zo snel mogelijk een slangetje uit het verzorgingspakket (dat bij de sonde hoort) in de opening schuift. Zo blijft de doorgang (fistel) van de buikwand naar de maag open. Dit kan namelijk al binnen een paar uur dichtgroeien. 

Neem dan contact op met het ziekenhuis, zie 'Vragen?'. 

U kunt uw vragen stellen via de BeterDichtbij-app.

De eerste 5 dagen nadat u thuis bent, kunt u met vragen over de opname of ingreep terecht bij het WZA. 

• Bij dringende vragen kunt u op werkdagen ook bellen met de polikliniek Maag-darm-leverziekten, telefoon (0592) 32 54 57.
  
  
• Hebt u een probleem of medische vraag die echt niet kan wachten en is de polikliniek niet bereikbaar? Dan kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp, telefoon (0592) 32 52 78.

Huisarts

Bent u langer dan 5 dagen thuis na uw opname of ingreep en hebt u een vraag? Dan kunt u die stellen aan uw eigen huisarts.

mdl10 - juni 2023