Het onderzoek vindt plaats op de longfunctieafdeling en wordt begeleid door een longfunctieanalist.
Bij het inademen gebruiken we de spieren van het middenrif en de buitenste tussenribspieren, bij het uitademen de binnenste tussenribspieren. Om te weten hoeveel kracht de ademhalingsspieren hebben, doen we een MIP-test en een MEP-test. De MIP-test meet met hoeveel kracht u kunt inademen, de MEP-test met hoeveel kracht u kunt uitademen.
U hebt een mondstuk in dat verbonden is met een meetapparaat. Een klemmetje op uw neus zorgt ervoor dat er geen lucht via uw neus ontsnapt.
In- en uitademen
Eerst ademt u zo lang mogelijk uit. Vervolgens krijgt u een klep voor uw mond, waar u zo hard mogelijk aan moet zuigen. Zo wordt gemeten met hoeveel kracht u kunt inademen (MIP). Daarna wordt de kracht van het uitademen gemeten. U ademt zo diep mogelijk in om vervolgens zo krachtig mogelijk tegen de klep aan te blazen (MEP). Beide ademtests worden een paar keer herhaald.
Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.