Operatie van een laterale halscyste

Verdoving

Voor de operatie krijgt u van een anesthesioloog narcose, zodat u niets van de operatie merkt. (Uitleg over de narcose krijgt u tijdens het preoperatieve spreekuur. In de folder 'Anesthesie (verdoving) bij een volwassene' vindt u hierover ook informatie.)

De operatie

De KNO-arts maakt een sneetje in de huid van uw hals op de plaats van de cyste. Vervolgens wordt de cyste verwijderd. 

U krijgt een wonddrain (een slangetje) in uw hals om het wondvocht af te voeren. 

Daarna wordt de operatiewond dichtgemaakt.

De operatie duurt ongeveer één uur.

Het weggenomen weefsel gaat voor onderzoek naar een laboratorium. 

Na de operatie

Na afloop gaat u eerst naar de verkoever, een ruimte op de operatieafdeling. Als uw ademhaling, hartritme en bloeddruk normaal zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling.

Naar huis

Bijna altijd kunt u de dag na de operatie weer naar huis.

U kunt beter niet zelf naar huis rijden. Vraag of iemand u kan komen ophalen of regel een taxi.  

• Soms hebt u nog een wonddrain in als u naar huis gaat. U hebt dan de volgende dag een afspraak op de KNO-poli voor een wondcontrole. Als het kan, wordt de drain dan verwijderd. 
• Houd het verband tot de eerste controleafspraak droog en laat de pleisters zitten. 
• Over het algemeen hebt u na de operatie weinig pijn. Wel kunt u wat last hebben bij het slikken. Een verpleegkundige kan u altijd Paracetamol geven, als u dat graag wilt. Als u thuis pijn hebt, kunt u ook Paracetamol gebruiken. 
• Vaak ontstaat er in het wondgebied een kleine zwelling. In de loop van een paar weken trekt de zwelling weer weg. 
• Bij het verwijderen van de cyste kunnen er kleine gevoelszenuwen in de huid rond het sneetje beschadigd raken. U hebt dan geen gevoel op die plek. Na een paar maanden is het gevoel meestal weer terug.
• Het litteken is na een paar maanden meestal bijna niet meer te zien.

Controleafspraak

Ongeveer één week na de operatie hebt u een controleafspraak op de KNO-poli. De KNO-arts verwijdert dan de hechtingen en bespreekt de uitslag van het weefselonderzoek met u.

Nabloeding

Soms is er een nabloeding. Meestal merkt u dit kort na de operatie. Het kan dan nodig zijn dat de KNO-arts de operatiewond weer opent om een bloedend bloedvaatje dicht te maken.  

Ontsteking van de wond

De operatiewond kan ontstoken raken. De huid rond de wond is dan vaak rood, pijnlijk, gezwollen en warm. Neem dan contact op met de KNO-poli (ga naar 'Vragen?' om te zien hoe u de KNO-poli kunt bereiken). Bij een ontsteking kan een behandeling met antibiotica nodig zijn. 

Als u een vraag hebt, kunt u contact opnemen met de medewerkers van de KNO-polikliniek. U kunt hen op verschillende manieren bereiken.

• U kunt uw vraag stellen via de BeterDichtbij app. U krijgt zo snel mogelijk antwoord, in ieder geval binnen drie werkdagen. Let op: u kunt pas een appje sturen als een medewerker van de polikliniek in de BeterDichtbij app een gesprek voor u heeft aangemaakt. We kunnen dit gesprek alleen aanmaken als uw mobiele telefoonnummer en e-mailadres bij ons bekend zijn.
• U kunt bellen. De polikliniek is te bereiken op telefoonnummer (0592) 32 52 25, van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur.

Is het dringend? 

Hebt u een dringende vraag, dan is het altijd het beste om te bellen! 

• Hebt u problemen de eerste 24 uur dat u weer thuis bent? Neem dan contact op met de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. U kunt de Spoedeisende Hulp bellen op nummer (0592) 32 52 78.
• Na de eerste 24 uur kunt u bellen met de KNO-poli.
• Buiten de openingstijden van de KNO-poli kunt u met dringende vragen bellen naar de huisartsenspoedpost, 0900 112 0 112. 

keeln33 - maart 2023