Bij een operatie van uw arm of schouder krijgt u een zenuwblokkade tegen de pijn. Dit gebeurt met een injectie in uw hals. Hiermee wordt uw arm of schouder verdoofd. Daarna wordt op die plek een katheter (een dun slangetje)) ingebracht. Na de operatie wordt een pijnpomp aangesloten op de katheter.
De pijnpomp is een stevige ballon met verdovingsvloeistof. Continu geeft de pomp kleine hoeveelheden verdovingsvloeistof af. Via het slangetje komt de verdovingsvloeistof terecht op de plek waar u bent geopereerd. Als u toch nog pijn hebt, kunt u uzelf met de pijnpomp een extra hoeveelheid pijnstilling te geven.
Het is een draagbare pomp, zodat u met de pomp naar huis kunt. De pomp draagt u in een heuptasje bij u.
Tot uw eerste controle bij de orthopedisch chirurg hebt u uw arm in een sling.