Gezonde voeding is belangrijk om te herstellen bij ziekte en om fitter te worden en te blijven. Als u gezond en voldoende eet, zorgt dat voor een goede weerstand tegen ziektes.
Soms lukt het niet om gezond en voldoende te eten. Dan krijgt u minder eiwitten, vitamines, mineralen en energie (calorieën) binnen dan u nodig hebt. In dat geval gaat uw lichaam de reserves gebruiken. Deze reserves zijn opgeslagen in het spier- en vetweefsel. Dit betekent dat uw spieren en vet dan worden afgebroken. Op latere leeftijd en bij een minder actieve levensstijl, neemt voornamelijk het spierweefsel af. U wordt daardoor zwakker en valt af. Dit kan ervoor zorgen dat u meer moeite heeft om de dagelijkse dingen te doen en het maakt de kans op vallen groter.
Wanneer u onbedoeld steeds verder afvalt, bijvoorbeeld 3 kilo in 1 maand, spreken we van ondervoeding. Bij ondervoeding heeft u een tekort aan energie en andere voedingsstoffen.
Ondervoeding heeft niet per se te maken lichaamsgewicht. Ook als u niet mager bent kunt u al ondervoed zijn. Omdat ook dan spier- en vetweefsel wordt afgebroken.
Wanneer kan ondervoeding ontstaan?
Ondervoeding kan ontstaan als u te weinig, calorieën, eiwitten, vitamines en mineralen binnenkrijgt. Bijvoorbeeld als u langere tijd minder zin heeft in eten. Misschien vindt u het lastig om boodschappen te doen of iets lekkers voor uzelf te koken. In een paar weken valt u enkele kilo’s af. U kunt zich daardoor moe en futloos voelen. Hierdoor kunt u ook minder actief worden en minder gaan bewegen. Daarnaast kunt u ook last hebben van duizelingen. Uw eetlust kan verminderd zijn door ziekte, pijn of zorgen, door bepaalde medicijnen of overmatig gebruik van alcohol. Tijdens ziekte of herstel verbruikt uw lichaam meer energie en voedingsstoffen. De kans dat u dan ongewild afvalt is groot.