Naar hoofdinhoud Naar footer

M. van der Veen

Logopedist, afasietherapeut

Aandachtsgebieden(en): ademstoornissen - hyperventilatie, longrevalidatie (COPD-patiënten); afwijkend mondgedrag - duim-/vingerzuigen, nagelbijten, mondademen; slikproblemen - verslikken; gehoorproblemen - spraakafzien; spraakproblemen - het niet kunnen uitspreken of verkeerd uitspreken van klanken, verminderd verstaanbaar spreken; stemproblemen - bijvoorbeeld heesheid; taalproblemen - afasie, taalachterstand bij kinderen.

Al vroeg in mijn studie Logopedie lag mijn interesse bij de problemen rond niet-aangeboren hersenletsel (NAH). De werking van het brein en de invloed daarvan op het praten, bewegen en slikken, fascineert mij.

Toen ik in 2014 afstudeerde aan de Hanzehogeschool Groningen, had ik het geluk meteen aan de slag te kunnen bij een eerstelijns praktijk gespecialiseerd in NAH. Hier heb ik veel werkervaring opgedaan en veel geleerd over alle gevolgen van NAH. Tegelijkertijd volgde ik cursussen en bijscholing, waarna ik in 2017 werd geregistreerd als afasietherapeut.

In datzelfde jaar kreeg ik de kans om - naast mijn eerste baan - voor een dag in de week als logopedist te gaan werken in het WZA. Hier werk ik met name met patiënten die zijn opgenomen en acuut logopedie nodig hebben. Zo kom ik ook wekelijks in aanraking met alle fases van het proces na het ontstaan van NAH. Dat maakt mijn werk als logopedist compleet. Daarnaast zie ik in het WZA ook heel andere problemen op het gebied van logopedie. Zoals adem- en stemproblemen ofademproblemen bij benauwdheid (COPD). Ook behandel ik hier kinderen.
De afwisseling in mijn werk zorgt ervoor dat geen dag hetzelfde is en elke dag tot een nieuwe uitdaging maakt.

Ik vind dat ik dankbaar werk heb. Kleine aanpassingen, tips of adviezen kunnen al leiden tot grote veranderingen in het alledaagse leven van een patiënt. Praten is ontzettend belangrijk. Wanneer deze manier van communiceren wegvalt, kunnen mensen(vaak)niet goed meer duidelijk maken wat ze willen. Samen met de patiënt een manier te vinden om dit te verbeteren of aan te passen - op welke manier dan ook - maakt dat ik mijn werk als logopedist elke dag met veel plezier doe.

Veen, M. van der

Logopedist, afasietherapeut

dsc_1167-2

Aandachtsgebieden(en): ademstoornissen - hyperventilatie, longrevalidatie (COPD-patiënten); afwijkend mondgedrag - duim-/vingerzuigen, nagelbijten, mondademen; slikproblemen - verslikken; gehoorproblemen - spraakafzien; spraakproblemen - het niet kunnen uitspreken of verkeerd uitspreken van klanken, verminderd verstaanbaar spreken; stemproblemen - bijvoorbeeld heesheid; taalproblemen - afasie, taalachterstand bij kinderen.

Al vroeg in mijn studie Logopedie lag mijn interesse bij de problemen rond niet-aangeboren hersenletsel (NAH). De werking van het brein en de invloed daarvan op het praten, bewegen en slikken, fascineert mij.

Toen ik in 2014 afstudeerde aan de Hanzehogeschool Groningen, had ik het geluk meteen aan de slag te kunnen bij een eerstelijns praktijk gespecialiseerd in NAH. Hier heb ik veel werkervaring opgedaan en veel geleerd over alle gevolgen van NAH. Tegelijkertijd volgde ik cursussen en bijscholing, waarna ik in 2017 werd geregistreerd als afasietherapeut.

In datzelfde jaar kreeg ik de kans om - naast mijn eerste baan - voor een dag in de week als logopedist te gaan werken in het WZA. Hier werk ik met name met patiënten die zijn opgenomen en acuut logopedie nodig hebben. Zo kom ik ook wekelijks in aanraking met alle fases van het proces na het ontstaan van NAH. Dat maakt mijn werk als logopedist compleet. Daarnaast zie ik in het WZA ook heel andere problemen op het gebied van logopedie. Zoals adem- en stemproblemen ofademproblemen bij benauwdheid (COPD). Ook behandel ik hier kinderen.
De afwisseling in mijn werk zorgt ervoor dat geen dag hetzelfde is en elke dag tot een nieuwe uitdaging maakt.

Ik vind dat ik dankbaar werk heb. Kleine aanpassingen, tips of adviezen kunnen al leiden tot grote veranderingen in het alledaagse leven van een patiënt. Praten is ontzettend belangrijk. Wanneer deze manier van communiceren wegvalt, kunnen mensen(vaak)niet goed meer duidelijk maken wat ze willen. Samen met de patiënt een manier te vinden om dit te verbeteren of aan te passen - op welke manier dan ook - maakt dat ik mijn werk als logopedist elke dag met veel plezier doe.

Afdeling(en)

dsc_1167-2