Het dragen van een gipsbroek

  • Specialisme of afdeling Orthopedie
  • Openingstijden

    Maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur

  • Afspraak maken? Vragen?
  • Wachttijd
    Informeer bij de polikliniek

In het kort

Als uw kind bij de geboorte een heupafwijking heeft, kan het een gipsbroek krijgen. Door de gipsbroek blijven de beentjes in spreidstand, zodat de heupkop in de heupkom blijft zitten. Het gips moet vier weken tot drie maanden blijven zitten.

Om die tijd goed door te komen, is het belangrijk dat u bij de verzorging van uw kind met een aantal dingen rekening houdt. Bijvoorbeeld bij het optillen, verschonen en slapen van uw kind. Daarnaast geven we u wat handige tips. 

Wat is een gipsbroek?

Een gipsbroek kan nodig zijn als uw kind een aangeboren heupafwijking (heupdysplasie) heeft. Uw kind krijgt de gipsbroek in het ziekenhuis. Uw kind moet de gipsbroek vier weken tot drie maanden dragen.

Bij het maken van de gipsbroek is het belangrijk:

  • Dat het gips niet te strak zit
  • Dat uw kind goed recht zit en/of ligt
  • Dat er geen scherpe randjes of uitsteeksels zijn.

Een plasfles

Als uw kind een plasfles (urinaal) gebruikt, wilt u deze dan meenemen wanneer uw kind voor een gipsbroek naar het ziekenhuis gaat?

Contact opnemen

Neem contact op met een medewerker van de polikliniek Orthopedie als:

  • Uw kind koorts heeft of vaak en langdurig huilt.
  • De teentjes verkleurd of gezwollen zijn.
  • De huid rood of ontveld is.
  • De binnenkant van de gipsbroek nat geworden is.

De afdeling is telefonisch bereikbaar (0592) 32 52 45. 

Adviezen

Droog houden

De binnenkant van de gipsbroek mag niet nat worden. Daarom kan uw kind niet in bad. Bij het wassen kunt u een washandje gebruiken met een beetje water en zeep. Het haar kunt u bijvoorbeeld wassen bij het aanrecht, boven de gootsteen.

 

Zweten onder het gips is niet prettig. Probeer er daarom voor te zorgen dat uw kind het niet te warm heeft.

De huid van uw kind onder het gips moet zo min mogelijk geïrriteerd raken. Om dit te voorkomen, kunt u de huidplooien in de liezen behandelen met een huidbeschermend middel (Cavilon spray of sudocrème). In het ziekenhuis kunt u hiervoor een recept krijgen.

  • Als het gips toch nat wordt, kunt u het voorzichtig droog föhnen. Let er goed op dat de huid niet te heet wordt!
  • Is het gips vies, dan kunt u het schoonmaken met een vochtig doekje of een billendoekje.

Plassen en poepen

Om urine en poep (ontlasting) op te vangen kunt u een luier of een TENA-inlegger in het open gedeelte van de gipsbroek stoppen. Probeer lekkage te voorkomen. Let er op dat de inlegluier niet over de randen van het gips komt. Ook is het handig om een extra luier om de gipsbroek heen te doen (een maat groter dan normaal). Verschoon uw kind regelmatig.

Als uw kind al zindelijk is, kan het vaak gewoon op de wc zitten. Zo nodig gebruikt u een toiletverkleiner. Met een krukje of stoeltje onder de beentjes en een kussen in de rug zorgt u ervoor dat uw kind comfortabel zit.
Als het lastig is voor uw kind om op een wc te zitten, kan een urinaal (plasfles, merknaam Uribag) handig zijn. Er is een model voor meisjes en voor jongens. Een urinaal is verkrijgbaar via www.uribag.nl of bij een thuiszorgwinkel.

Voeding

Met een gipsbroek kan uw kind meer moeite hebben met het laten van boertjes en windjes. Daarom kunt u uw kind het beste kleinere porties eten geven en dan wat vaker per dag. Ook kan uw kind beter geen gasvormende producten eten of drinken.
Om verstopping te voorkomen, is het belangrijk dat uw kind voldoende drinkt. Krijgt uw kind toch last van verstopping, neem dan contact op met uw huisarts. Houd er rekening mee dat kinderen met een gipsbroek minder energie verbruiken dan andere kinderen en daardoor minder calorieën nodig hebben.

Waar u verder op moet letten

Liggen, zitten en optillen

  • Als uw kind op de rug ligt, legt u een kussen of handdoekrol onder de beentjes om te voorkomen dat de bovenrand van het gips te veel in de rug drukt.
    Ook voorkomt u op deze manier dat de voetjes opzwellen.
  • Ligt uw kind op de buik, leg dan een kussen of handdoekrol onder de buik.
  • Uw kind kan gewoon op schoot zitten of bijvoorbeeld in een zitzak.
  • Uw kind mag niet staan of lopen. Wel mag het bewegen in een rola of loopkarretje. Ook is het goed als uw kind af en toe op liggend op de buik speelt.
  • U mag uw kind niet alleen onder de oksels optillen, maar u moet altijd een hand onder de gipsbroek houden.
  • De stok tussen de beentjes is ervoor om de heupjes extra te stabiliseren. Bij het luier wisselen kunt u de stok gebruiken om de beentjes hoog te houden.
  • Met een gipsbroek slaapt uw kind vaak wat onrustiger. Controleer bij het toedekken of uw kind het niet te warm heeft en of de beentjes niet klem zitten tegen de randen van het bed.

Kleertjes

  • Maak in de onderkleertjes (met klittenband) een sluiting aan de zijkanten.
  • Kies rompertjes in één of twee maten groter dan normaal.
  • Tegen koude voetjes kunt u grote sokken over de gipsbroek heen doen.

 

Vervoer

Om uw kind te vervoeren, kunt u een kinderwagen aanpassen en zo nodig opvullen met kussens. Ook kan een tweelingwagen of bolderkar handig zijn. Een andere mogelijkheid is een rolstoel met een verstelbare rugleuning.

Vragen?

Als u een vraag hebt, kunt u uw vraag stellen via de BeterDichtbij app

 

Hebt u een dringende vraag, dan kunt u bellen met de polikliniek Orthopedie. De medewerkers zijn op werkdagen bereikbaar van 8.30 en 16.30 uur, telefoon (0592) 32 52 45. 

 

ortho03 - februari 2022