IVF-behandeling

Reageerbuisbevruchting

In het kort

Is het moeilijk om zwanger te worden, dan kan IVF een oplossing zijn. Bij IVF worden één of meer eicellen in een laboratorium samengevoegd met zaadcellen. Als een eicel bevrucht raakt en het embryo ziet er goed uit, wordt het embryo in de baarmoeder geplaatst.

IVF kent een intensieve voorbereidingsperiode. Afhankelijk van je leeftijd en menstruatiecyclus kan het nodig zijn dat je hormooninjecties krijgt. Ook wordt gekeken naar de kwaliteit van de zaadcellen. De fertiliteitskliniek van het WZA werkt voor de eiblaaspunctie en de embryoplaatsing samen met het UMCG. 

Wat is IVF?

IVF wordt ook wel reageerbuisbevruchting genoemd. In het laboratorium worden eicellen en zaadcellen samengevoegd. Als een eicel bevrucht raakt en zich ontwikkelt tot een goed embryo, plaatsen we het embryo in de baarmoeder. Hier kan het verder groeien, net als na een natuurlijke bevruchting.

Een IVF-behandeling kan zinvol zijn als:

  • Je eileiders zijn afgesloten of ernstig beschadigd zijn.
  • Je last hebt van endometriose.
  • Je last hebt van hormonale stoornissen.
  • Een spontane zwangerschap al meer dan 3 jaar op zich laat wachten zonder duidelijke oorzaak.

Ook als zaadcellen van slechte kwaliteit zijn, is dat vaak een reden voor een IVF-behandeling.

Voorwaarden

  • Leeftijdsgrens
    Vrouwen van 41 jaar en ouder komen niet meer voor een behandeling in aanmerking, omdat de kans op succes dan heel klein is. Voor mannen is de leeftijdsgrens 55 jaar.
  • Overgewicht
    Als je overgewicht hebt (een BMI van boven de 35), is het belangrijk dat je eerst afvalt. Anders is er een grotere kans op complicaties, ook tijdens een eventuele zwangerschap.
  • Leefstijl
    Zowel vrouwen én mannen mogen niet roken en zeer weinig alcohol drinken.
  • Het zaad moet van voldoende kwaliteit zijn.

Behandelmethoden

  • Als je jonger bent dan 35 jaar met een regelmatige menstruatiecyclus, maken we bij de IVF-behandeling gebruik van de natuurlijke, maandelijkse eisprong. Dit heet een MNC-behandeling. MNC staat voor 'gemodificeerde natuurlijke cyclus'.
  • Als je ouder bent of geen regelmatige cyclus hebt, krijg je eerst hormooninjecties om de groei van eicellen te stimuleren. Dit heet een hyperstimulatiebehandeling.

Aantal pogingen

Meestal lukt het om zwanger te worden binnen 3 IVF-behandelingen met hyperstimulatie (of na een overeenkomstig aantal MNC-behandelingen). Als je na 3 behandelingen niet zwanger bent, bespreekt de gynaecoloog met je of een 4e poging zin heeft. De meeste verzekeraars vergoeden niet meer dan 3 behandelingen. Een eventuele 4e behandeling moet je dus hoogstwaarschijnlijk zelf betalen.

Samenwerking met UMCG

De Fertiliteitskliniek van het WZA werkt nauw samen met het UMCG. Je kunt in de Fertiliteitskliniek terecht voor de planning van de behandelingen en de hyperstimulatiebehandeling. De eiblaaspunctie en de embryoplaatsing worden in het UMCG gedaan. Daarna kom je voor het vervolg weer terug bij de Fertiliteitskliniek.

Behandeling

Stimulatie van de eierstokken

Bij een MNC-behandeling maken we gebruik van de eicel die maandelijks op een natuurlijke manier groeit. Om deze eicel te laten rijpen, krijg je gedurende een paar dagen hormonen.

Bij een behandeling met hyperstimulatie krijg je hormonen om meerdere eiblaasjes tegelijk te laten rijpen. Vervolgens kunnen ook meerdere eicellen bevrucht worden. Het beste embryo, of de 2 beste, worden in de baarmoeder geplaatst. Als er meer goede embryo’s zijn, worden deze ingevroren. De stimulatiefase duurt meestal 10 dagen.

Eiblaaspunctie

Als de eiblaasjes rijp zijn, worden ze met een naald aangeprikt en vervolgens naar buiten uitgezogen. Dit gebeurt via de vagina.

Samenvoeging eicel en zaadcel

Een paar uur na de eiblaaspunctie worden in het laboratorium zaadcellen bij de eicellen gevoegd. Na 2 dagen is onder de microscoop te zien welke eicellen bevrucht zijn. Als het zaad van slechte kwaliteit is, injecteren we de zaadcellen in de eicellen om de kans op een bevruchting te vergroten.

Plaatsen van een embryo in de baarmoeder

Als je jonger dan 38 bent, plaatsen we bij de 1e en 2e IVF-behandeling nooit meer dan 1 embryo. Ben je 38 jaar of ouder, dan kunnen bij een eventuele 3e IVF-behandeling 2 embryo's worden geplaatst.

Afwachten

Na het plaatsen van de embryo moet je afwachten of deze zich innestelt en voor een zwangerschap zorgt. Als je 2 weken daarna nog niet menstrueert, is het tijd voor een zwangerschapstest.

In plaats van 1 behandeling met hyperstimulatie krijg je, als je daarvoor in aanmerking komt onder voorbehoud, 6 MNC-behandelingen. Deze behandelingen kunnen in opeenvolgende maanden zonder pauze plaatsvinden. Als je na deze 6 behandelingen nog niet zwanger bent, vinden de volgende IVF-behandelingen plaats met hyperstimulatie.

Voorbereidend onderzoek

Intakegesprek

Tijdens het intakegesprek krijg je uitgebreide informatie over de IVF-behandeling. Als je overgewicht hebt, of als jij of jouw partner rookt of regelmatig alcohol gebruikt, bespreken we wat je daar aan kunt doen om daar verandering in te brengen. Daarna stellen we een behandelplan met je op.

Vooronderzoek

Meestal vindt aansluitend op het intakegesprek een vooronderzoek plaats. Bij jou en je partner wordt bloed afgenomen voor onderzoek naar afweerstoffen tegen hepatitis B, hepatitis C en HIV en in sommige gevallen HTLV1-2. Als het nodig is wordt er een afspraak gemaakt voor zaadonderzoek in het UMCG.

Afhankelijk van de uitslagen van de verschillende onderzoeken bespreken we welke mogelijkheden een IVF-behandeling je biedt. Deze uitslagen zijn 2 jaar geldig.

Als je kiest voor een IVF-behandeling, is het verstandig om vanaf dat moment foliumzuur te gaan gebruiken. Er is dan minder kans op een kind met een open ruggetje.

Als je partner 2 maanden of korter voor de start van de behandeling een periode met koorts heeft, kan het nodig zijn om het zaad opnieuw te onderzoeken, omdat koorts invloed kan hebben op de zaadkwaliteit. Het is belangrijk dat je gynaecoloog hiervan op de hoogte is.

Startgesprek

Ongeveer 3 weken nadat je zaad hebt ingeleverd in het UMCG, vindt het startgesprek plaats. Tijdens dit gesprek krijg je recepten voor medicijnen die je moet gaan gebruiken, een behandelschema met de datum waarop je moet beginnen of juist moet stoppen met bepaalde medicijnen en eventueel al een afspraak voor de eerste echoscopie.

Voorbereidende behandeling

Bij een IVF-behandeling met hyperstimulatie

Om meerdere eicellen te laten rijpen, krijg je injecties met hormonen. Omdat je deze langere tijd moet hebben (7 tot 20 dagen), leren wij je hoe je deze injecties jezelf kunt geven. 

FSH is het belangrijkste hormoon voor hyperstimulatie. Tijdens de stimulatiefase kan het hormoon LH, dat je lichaam zelf aanmaakt, storend werken. Om die storingen te voorkomen, krijg je een GnRH-agonist voorgeschreven. De periode waarin je tegelijkertijd FSH en de GnRH-agonist moet spuiten, duurt 8 tot 12 dagen.

Kort voor de eerste FSH-injecties wordt een vaginale echo gemaakt om te zien of je eierstokken en baarmoeder er normaal uitzien. Als dat zo is, kun je met de injecties starten.

Controles

We controleren het resultaat van de hyperstimulatie met echo's en soms met bloedonderzoek. Na de startecho is de 2e echo meestal op de 6e dag van de stimulatie. Wanneer de volgende echo's worden gemaakt, hangt af van de reactie van je eierstokken. Bij iedere controle schrijft de gynaecoloog op met welke medicijnen en met welke dosering je door moet gaan.

Op gang brengen van de eisprong

Als bij de controles blijkt dat sommige eiblazen zijn uitgegroeid tot ongeveer 18 mm doorsnede, krijg je een Pregnyl-injectie. Hierdoor wordt de eisprong gestimuleerd.

MNC-IVF-behandeling

Bij een MNC-behandeling maken we gebruik van de eicel die in een normale menstruatiecyclus tot ontwikkeling komt.

Controles

Met echo's en bloedonderzoek volgen we het groeiproces. Wanneer de eiblaas een afmeting heeft van ongeveer 14 mm, begin je met injecties met een GnRH-antagonist. Dit middel zorgt er voor dat de LH-waarde niet stijgt, om te voorkomen dat je een spontane eisprong krijgt. De dagen waarop je de GnRH-antagonist gebruikt, spuit je ook FSH. FSH zorgt er voor dat de eicel ongestoord verder kan groeien.

Op gang brengen van de eisprong

Zodra de eiblaas ongeveer 17-18 mm groot is en je hormoonwaarden gunstig zijn, krijg je een injectie met Pregnyl om de groei van de eicel te bevorderen.

Eiblaaspunctie

Zo'n 34 tot 36 uur na de injectie met Pregnyl is het tijd voor de eiblaaspunctie. Eerst bekijken we je eierstokken met een echo om te zien of de eiblaas nog aanwezig is. Soms is er dan al een eisprong geweest en kan de punctie niet doorgaan.

De punctie

Voorafgaand aan de eiblaaspunctie kun je een verdoving krijgen. Tijdens de punctie lig je in een gynaecologische stoel. De gynaecoloog brengt de kop van een echoapparaat in de vagina. Daarmee is het mogelijk de eiblaasjes op een monitor in beeld te brengen. Aan de echokop zit een naaldgeleider, waardoor een dunne naald kan worden bewogen. Met deze naald prikt de gynaecoloog door de vaginawand in de eierstokken en worden de eiblaasjes 1 voor 1 leeggezogen. De 1e prik voelt vaak als een ‘stomp in de onderbuik’. Op een beeldscherm kun je zelf het verloop van de punctie volgen.

De vloeistof uit de eiblaasjes wordt in reageerbuisjes opgevangen en daarna onder een microscoop onderzocht. De eicel(len) wordt (worden) overgebracht in kweekvloeistof. Voordat je weer naar huis gaat, hoor je hoeveel eicellen er zijn.

De bevruchting

Zaadlozing

We vragen je partner om voor of na de punctie zaad te produceren (tenzij is afgesproken om zaad in te vriezen). Het beste zaad wordt verkregen als er 2 tot 4 dagen geen zaadlozing is geweest.

Samenvoegen zaadcellen en eicellen

De zaadcellen worden in het laboratorium bewerkt, zodat er een concentraat van goed bewegende zaadcellen ontstaat. Vervolgens brengen we de zaadcellen bij de eicellen.

Bij zaad van mindere kwaliteit worden de zaadcellen niet bij de eicellen gedaan, maar wordt onder de microscoop met een zeer dun naaldje in iedere eicel één zaadcel naar binnen gebracht (ICSI). Bij ingevroren zaad wordt altijd gekozen voor ICSI.

De ochtend daarna hoor je of de eicel(len) bevrucht is (zijn).

De uitslag

De 2e dag na de punctie hoor je of de bevruchte eicel(len) zich heeft (hebben) ontwikkeld tot embryo’s en of we tot plaatsing in de baarmoeder kunnen overgaan. Soms ziet een embryo er zo slecht uit dat plaatsen in de baarmoeder niet zinvol is.

Plaatsing in de baarmoeder

Bij vrouwen jonger dan 38 jaar wordt in de 1e en 2e behandeling nooit meer dan 1 embryo geplaatst. Bij vrouwen van 38 jaar en ouder en bij vrouwen in de 3e behandeling mogen 1 of 2 embryo's worden geplaatst. Alle IVF-centra in Nederland houden zich aan deze afspraak. Op deze manier proberen we het aantal tweelingzwangerschappen te beperken.

Vergoeding van een IVF-behandeling door de zorgverzekeraar vindt alleen plaats als de behandeling volgens dit beleid is uitgevoerd.

Invriezen van embryo’s

Als er na het plaatsen van de embryo‘s in de baarmoeder embryo’s van goede kwaliteit over zijn, kunnen deze worden ingevroren. Bij een volgende IVF-behandeling worden altijd eerst de ingevroren embryo's gebruikt.

Het plaatsen van embryo’s

Volle blaas
Het is belangrijk dat je met een volle blaas naar het ziekenhuis komt. De baarmoeder wordt door de volle blaas in de goede richting gekanteld, zodat de gynaecoloog met een uitwendige echo de baarmoeder goed kan zien.

Het plaatsen
Het plaatsen van een embryo doet meestal geen pijn. Je kunt het vergelijken met een uitstrijkje. De embryo wordt met een dun slangetje via de baarmoederhals in de baarmoederholte geschoven. In een heel klein druppeltje kweekvloeistof wordt de embryo vervolgens in de baarmoederholte geplaatst.

Na de plaatsing kun je vrijwel alles doen wat je normaal gesproken ook doet. Wel is het beter om een aantal dagen geen seks te hebben.

Voordat je naar huis gaat, bespreekt de gynaecoloog met je welke medicijnen je nog moet gebruiken. Meestal gaat het om progesteron. Bij een MNC-behandeling krijg je Pregnyl voorgeschreven.

Na de plaatsing

Na het plaatsen van 1 of 2 embryo‘s in de baarmoeder is de kans dat je zwanger wordt ongeveer 25%. Dit lijkt misschien laag, maar bij een spontane zwangerschap is de kans niet hoger dan ongeveer 20% per eisprong. Bij een MNC-IVF-behandeling is er per keer minder kans op een zwangerschap dan bij een IVF-behandeling met hyperstimulatie. Daarom kun je 6 MNC-IVF-behandelingen krijgen, waarbij de totale kans op een zwangerschap vergelijkbaar is met de kans op een zwangerschap na 1 IVF-behandeling met hyperstimulatie.

Of je wel of niet zwanger wordt, kun je niet zelf beïnvloeden. Je kunt alleen maar afwachten. Voor jou en je partner is dit waarschijnlijk een moeilijke tijd.

Klachten?

Als je de eerste paar weken na de embryoplaatsing last krijgt van buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid, koorts of andere klachten, neem dan contact op met de Fertiliteitskliniek. Ook als je vragen hebt over het medicijngebruik, kun je bellen.

Zwangerschap

Zwangerschapstest

Ongeveer 14 of 15 dagen na de embryoplaatsing kun je thuis een zwangerschapstest doen en weet je of je wel of niet zwanger bent. We stellen het zeer op prijs als je het ons laat weten wanneer je een zwangerschapstest hebt gedaan. Ook wij zijn erg benieuwd naar de uitslag.

Zwanger

Als je zwanger wordt na een IVF-behandeling, ben je niet anders zwanger dan vrouwen die via een natuurlijke weg zwanger zijn geworden.

Echo-onderzoek
Er wordt een afspraak met je gemaakt voor een echo-onderzoek rond de 7e week van de zwangerschap. Als op de echo te zien is dat de zwangerschap goed verloopt, is er geen reden dat je nog langer onder behandeling blijft bij de Fertiliteitskliniek. Met je gynaecoloog overleg je door wie je de controles tijdens je zwangerschap wilt laten doen.

Miskraam
Soms blijkt uit het echo-onderzoek dat de zwangerschap waarschijnlijk op een miskraam zal uitlopen. Ook is er altijd een klein risico dat na een goede start op een later moment toch nog een miskraam optreedt. In die gevallen wordt je vanuit de Fertiliteitskliniek zo goed mogelijk begeleid.

Niet zwanger

Als je binnen 14 tot 16 dagen na de plaatsing van de embryo(’s) begint te menstrueren, ben je niet zwanger geworden.

Na een IVF-behandeling verloopt de menstruatie meestal iets heviger dan normaal. Verloopt de menstruatie duidelijk anders dan gebruikelijk, neem dan contact met ons op! Er kan dan namelijk toch nog sprake zijn van een zwangerschap.

Emoties
Als je niet zwanger blijkt te zijn, is de teleurstelling natuurlijk groot. Misschien vinden jij en je partner het prettig om bij de verwerking van je emoties begeleid te worden door een psycholoog. In dat geval kan de gynaecoloog een afspraak voor je maken.

Volgende behandeling
Na een mislukte hyperstimulatie IVF-behandeling moet je 1 of 2 maanden wachten voor je met een volgende behandeling begint. Bij een MNC-IVF-behandeling is er geen wachttijd. Ook overleggen we altijd met je of een volgende behandeling zinvol is.

Complicaties

Tijdens de stimulatiefase

  • De injectieplaatsen worden soms wat rood en gezwollen. Als je uitslag krijgt over je hele lichaam, met gezwollen oogleden en koorts, heb je een allergische reactie. Neem dan direct contact op met de Fertiliteitskliniek, bereikbaar van 8.00 tot 12.00 uur. Of met de polikliniek Gynaecologie. De medewerkers zijn op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur, telefoonnummer (0592) 32 52 70.
  • De kans bestaat dat er door de hyperstimulatie te weinig of juist te veel eiblaasjes rijpen. Dan wordt gestopt met de stimulatie. Later proberen we de stimulatie opnieuw te doen met een hogere of lagere dosering medicijnen.
  • Een enkele keer, als er te weinig eiblaasgroei is, krijg je een aanvullende behandeling met intra-uteriene inseminatie (IUI). Soms is na een tijdje ook duidelijk dat verdere behandeling niet meer mogelijk is. Bij 5 tot 10% van de behandelingen wordt het stadium van de eiblaaspunctie niet bereikt.

Tijdens en na de punctie

  • Enkele dagen na de eiblaaspunctie kan het hyperstimulatie-syndroom optreden. De eierstokken zijn dan sterk vergroot en er is vocht in de buik. Hierdoor kun je last krijgen van buikpijn, een opgezette buik, dorst, minder en donkere urine, kortademigheid en gewichtstoename. Als je deze klachten krijgt, zeker bij een gewichtstoename van meer dan 2 kilo in enkele dagen, moet je altijd opnemen met de Fertiliteitskliniek of buiten de openingstijden met de polikliniek Gynaecologie. Door veel te drinken kan de situatie vaak al verbeteren. Soms is opname in het ziekenhuis nodig.
  • Soms worden er bij een eiblaaspunctie geen eicellen verkregen of is de opbrengst in verhouding tot het aantal eiblaasjes erg laag.
  • Een eiblaaspunctie kan bloeduitstortingen in de eierstokken veroorzaken, waardoor je een paar dagen wat buikpijn kunt hebben.
  • Door een eiblaaspunctie of embryoplaatsing kunnen de eierstokken of eileiders ontstoken raken. Als je de eerste 4 weken na de eiblaaspunctie of embryoplaatsing je niet lekker voelt, koorts krijgt of buikpijn, neem dan contact met de Fertiliteitskliniek.

Tijdens en na de embryoplaatsing

  • Ook na een geslaagde eiblaaspunctie groeien niet alle eicellen uit tot een embryo. Niet alle eicellen raken in het laboratorium bevrucht, ook niet als ICSI is toegepast. Een deel van de eicellen die wél bevrucht zijn, ontwikkelt zich niet tot een plaatsbaar embryo.
  • Nadat een embryo in de baarmoeder is geplaatst, gebeurt het vaak dat het embryo zich niet nestelt in de baarmoeder of dat het vlak daarna verloren gaat.

Kosten

IVF-behandelingen worden alleen vergoed als aan bepaalde voorwaarden is voldaan:

  • Bij vrouwen jonger dan 38 jaar mag in de 1e en 2e behandeling maximaal 1 embryo worden geplaatst.
  • Bij vrouwen van 38 jaar of ouder en bij alle vrouwen die voor de 3e keer een IVF-behandeling krijgen, mogen 2 embryo's worden geplaatst.

De eerste 3 IVF-behandelingen (0f 6 MNC-behandelingen plus 2 IVF-behandelingen) worden volledig vergoed door je zorgverzekeraar. Dit geldt ook voor de medicijnen die bij de behandelingen worden gebruikt. De kosten van het invriezen, bewaren en later ontdooien en plaatsen van overgebleven embryo’s worden eveneens vergoed. Om precies te weten in hoeverre de kosten van een IVF-behandeling (of MNC-behandeling) in jou geval wordt vergoed, kun je het beste je verzekeringspolis nalezen of bij je zorgverzekeraar informeren.

Aan het invriezen en bewaren van zaad zijn meestal wel kosten voor jezelf verbonden. Je kunt bij je zorgverzekeraar informeren of het invriezen van zaad in jou geval wordt vergoed. Het betreft eenmalige kosten voor het invriezen, en daarna jaarlijkse kosten voor het bewaren van je zaad.

Machtiging

Soms moet een machtiging worden aangevraagd voor een IVF-behandeling. Vergoeding vindt dan alleen plaats als je zorgverzekeraar vooraf toestemming voor de behandeling heeft gegeven. In dat geval kunt je de gynaecoloog vragen een brief naar de medisch adviseur van je zorgverzekering te sturen.  

Vragen?

Als je een vraag hebt, kun je die stellen via de BeterDichtbij app

Is het dringend?

Heb je een dringende vraag, dan kun je bellen met de Fertiliteitskliniek. De medewerkers zijn op werkdagen bereikbaar van 8.00 tot 12.00 uur, telefoon (0592) 32 53 30.

 

ferti07 - augustus 2023