Naar hoofdinhoud Naar footer

Peter Hof, KNF- en vaatlaborant

Wat doe je in het WZA?

“Mijn werk heeft twee kanten. Aan de ene kant ben ik klinisch neurofysiologisch laborant, kort gezegd KNF laborant. Ik maak daarbij gebruik van electroden om onderzoek te doen naar stoornissen in het functioneren van hersenen, zenuwen en spieren. Stel een patiënt komt bij de neuroloog omdat hij last heeft van wegrakingen, dan maak ik een EEG. Daarnaast ben ik vaatlaborant en doe ik onderzoek naar het functioneren van de bloedvaten. Iemand komt bij de dermatoloog of vaatchirurg met bijvoorbeeld spataderen of pijn in de benen en dan beoordeel ik de doorbloeding.”

Wat vind je mooi aan je werk?

“Ik houd heel erg van puzzelen, van onderzoeken hoe dingen in elkaar zitten, en dat is wat ik de hele dag doe. Als laborant maak ik veel echo’s. En dat ik daarmee dan een bloedvat of zenuw in beeld kan krijgen, zelf ga puzzelen en achterhalen waar het probleem zit, dat vind ik zo gaaf! Ik zie natuurlijk vaak hetzelfde, maar het blijft fascinerend. Ik heb ook elke dag het gevoel dat ik nuttig bezig ben, doordat ik een directe bijdrage lever aan de behandeling van iemands klachten.”

Waarom heb je voor dit vak gekozen?

“Ik ben behoorlijk analytisch ingesteld, wil graag dingen uitvogelen en een ziekenhuis trok me altijd al. Dat het dit vak werd, is toevallig. Als kind wilde ik patholoog-anatoom worden en keek ik graag naar detectives, dat gepuzzel vond ik leuk. Toch ben ik medische biologie gaan studeren. Maar uiteindelijk zag ik mezelf geen wetenschapper worden. Dan ben je bezig met de lange termijn en ik wilde juist nu nuttig zijn en iets technisch doen. De functie als KNF laborant kwam toen voorbij, maar het had ook iets anders kunnen zijn. Nu doe ik het al dertig jaar en het verveelt geen dag.”

Wat vind je leuk aan werken in het WZA?

“Het WZA voelt als een klein dorpje. Ik ken veel mensen. Dat er korte lijntjes zijn, klinkt als een cliché, maar het is zo. Stel ik heb een patiënt en ik kom er tijdens mijn onderzoek niet uit, dan bel ik de

vaatchirurg om even mee te kijken. Dat gaat heel gemakkelijk. Het besef dat we hier allemaal van elkaar afhankelijk zijn, geeft een bepaalde verbondenheid. Ik werk door de week, maar als ze me in het weekend zouden bellen, kom ik meteen.”

Wat wens je voor de toekomst?

“Ik ben heel loyaal aan het ziekenhuis en verwacht hier te blijven tot mijn pensioen. Voor mijn vak wens ik meer bekendheid, want de spoeling is dun. Veel meer mensen zouden moeten weten hoe mooi dit vak is. Jongeren die een studiekeuze moeten maken, hebben er vaak nog nooit van gehoord. Ik zeg wel eens: iemand die écht geïnteresseerd is, zou eens een dag moeten meelopen.”