Diabetes en nuchter voor een onderzoek of operatie

Week voor de operatie

• Gebruikt u GLP1-analogen die u 1 keer per week spuit (Ozempic, Trulicity of Mounjaro)? Stop dan 1 week voor de operatie met het gebruik van dit medicijn.

4 dagen voor de operatie

• Gebruikt u een SGLT2-remmer (Forxiga, Jardiance of Invokana)? Dan moet u daar 4 dagen voor de operatie mee stoppen.

Dag voor de operatie

• U gebruikt langwerkende insuline en/of bloedsuikertabletten zoals u dat anders ook doet.

Dag van de operatie

Voor de operatie

• Uw bloedsuikers worden gecontroleerd.
• Als u bloedsuikertabletten gebruikt, moet u daarmee stoppen.
• U gebruikt langwerkende insuline op de normale tijd en in de normale dosis.

Na de operatie

• U gebruikt langwerkende insuline op de normale tijd en in de normale dosis.

Dag na de operatie

• U kunt u weer beginnen met het innemen van uw bloedsuikertabletten.

Week voor de operatie

• Gebruikt u GLP1-analogen die u 1 keer per week spuit (Ozempic, Trulicity of Mounjaro)? Stop dan 1 week voor de operatie met het gebruik van dit medicijn.

4 dagen voor de operatie

• Gebruikt u een SGLT2-remmer (Forxiga, Jardiance of Invokana)? Dan moet u daar 4 dagen voor de operatie mee stoppen.

Dag voor de operatie

• U gebruikt insuline en/of bloedsuikertabletten zoals u dat anders ook doet.

Dag van de operatie

Voor de operatie

• Uw bloedsuikers worden gecontroleerd.
• Als u bloedsuikertabletten gebruikt, moet u daarmee stoppen.
• U mag geen NovoMix of Ryzodeg gebruiken. In plaats daarvan krijgt u een injectie met Insulatard/ NPH insuline in een aangepaste dosering.

Na de operatie

• Wanneer u weer mag eten, kunt u ook weer beginnen met het gebruik van insuline.

Dag na de operatie

• U kunt u weer beginnen met het innemen van uw bloedsuikertabletten.

Week voor de operatie

• Gebruikt u GLP1-analogen die u 1 keer per week spuit (Ozempic, Trulicity of Mounjaro)? Stop dan 1 week voor de operatie met het gebruik van dit medicijn.

4 dagen voor de operatie

• Gebruikt u een SGLT2-remmer (Forxiga, Jardiance of Invokana)? Dan moet u daar 4 dagen voor de operatie mee stoppen.

Dag voor de operatie

• U gebruikt insuline en/of bloedsuikertabletten zoals u dat anders ook doet.

Dag van de operatie

Voor de operatie

• Uw bloedsuikers worden gecontroleerd.
• Als u bloedsuikertabletten gebruikt, moet u daarmee stoppen.
• 's Ochtends mag u geen kortwerkende insuline gebruiken.
• Als u 's ochtends langwerkende insuline gebruikt, kunt u de normale dosis nemen.

Na de operatie

• U hoort van een verpleegkundige wanneer u weer insuline en/of bloedsuikertabletten kunt gaan gebruiken.

Week voor de coloscopie

• Gebruikt u GLP1-analogen die u 1 keer per week spuit (Ozempic, Trulicity of Mounjaro)? Stop dan 1 week voor de operatie of scopie met het gebruik van dit medicijn.

4 dagen voor de coloscopie

• Gebruikt u een SGLT2-remmer (Forxiga, Jardiance of Invokana)? Dan moet u daar 4 dagen voor de operatie of scopie mee stoppen.

Dag vóór de coloscopie

Bloedsuikertabletten

• U gebruikt in de avond géén bloedsuikertabletten. 

Langwerkende insuline

• U spuit de gebruikelijke dosis.

Kortwerkende insuline

• Als u geen avondmaaltijd gebruikt, neemt u geen kortwerkende insuline.

Mix-insuline

• U spuit in de avond 2/3e deel van de gebruikelijke dosering.

Dag van de coloscopie

Vóór de coloscopie

• U gebruikt geen bloedsuikertabletten.
• Als u langwerkende insuline in de ochtend gebruikt, neemt u de gebruikelijke dosis. 
• U gebruikt geen kortwerkende insuline.
• U gebruikt geen mix-insuline.

Na de coloscopie

• Als u langwerkende insuline gebruikt, kunt u die weer gebruiken in de gewone hoeveelheid. 
• Als u kortwerkende insuline gebruikt, doet u dit volgens schema zodra u weer mag eten.
• Als u mix-insuline gebruikt, neemt u een halve dosis wanneer u weer mag eten. Na deze maaltijd gebruikt u de mix-insuline weer volgens uw normale schema. 

Dag na de coloscopie

De dag na de coloscopie kunt u weer uw bloedsuikertabletten gebruiken. 

Week voor de operatie of scopie

• Gebruikt u GLP1-analogen die u 1 keer per week spuit (Ozempic, Trulicity of Mounjaro)? Stop dan 1 week voor de operatie of scopie met het gebruik van dit medicijn.

4 dagen voor de operatie of scopie

• Gebruikt u een SGLT2-remmer (Forxiga, Jardiance of Invokana)? Dan moet u daar 4 dagen voor de operatie of scopie mee stoppen.

Dag vóór de operatie of scopie

Bloedsuikertabletten

• U gebruikt bloedsuikertabletten zoals u dat anders ook doet. 

Langwerkende insuline

• U spuit de gebruikelijke dosis.

Kortwerkende insuline

• U spuit de gebruikelijke dosis.

Mix-insuline

• U spuit in de avond 2/3e deel van de gebruikelijke dosering.

Dag van de operatie of scopie

Vóór de operatie of scopie

• U gebruikt geen bloedsuikertabletten.
• Als u langwerkende insuline in de ochtend gebruikt, neemt u de gebruikelijke dosis. 
• U gebruikt geen kortwerkende insuline.
• Als u een licht ontbijt mag, neemt u 2/3e deel van de gebruikelijke dosering. Als u op de dag van de operatie of scopie niet vooraf iets mag eten, gebruikt u geen mix-insuline.

Na de operatie of scopie

• Als u langwerkende insuline gebruikt, kunt u die weer gebruiken in de gewone hoeveelheid. 
• Als u kortwerkende insuline gebruikt, doet u dit volgens schema zodra u weer mag eten.
• Als u mix-insuline gebruikt, neemt u een halve dosis wanneer u weer mag eten. Na deze maaltijd gebruikt u de mix-insuline weer volgens uw normale schema. 

Dag na de operatie of scopie

De dag na de operatie of scopie kunt u weer uw bloedsuikertabletten gebruiken. 

Week voor de operatie

• Gebruikt u GLP1-analogen die u 1 keer per week spuit (Ozempic, Trulicity of Mounjaro)? Stop dan 1 week voor de operatie met het gebruik van dit medicijn.

4 dagen voor de operatie

• Gebruikt u een SGLT2-remmer (Forxiga, Jardiance of Invokana)? Dan moet u daar 4 dagen voor de operatie mee stoppen.

Dag voor de operatie

• U gebruikt de insulinepomp zoals u dat anders ook doet.

Dag van de operatie

Voor de operatie

• Uw bloedsuikers worden gecontroleerd.
• Bij een grotere operatie krijgt u insuline via het infuus. 
• Bij een kleinere operatie blijft de insulinepomp aangesloten in een lagere stand. De verpleegkundige vertelt u welke stand.

Na de operatie

• Als u weer mag eten en zelf een insulinepomp kunt bedienen, kunt u uw insulinepomp weer gaan gebruiken in de gebruikelijke stand.
• Na een kleinere operatie past u de stand van uw insulinepomp aan in overleg met uw internist.

Dextro-tabletten

Op de dag van de scopie of de operatie raden we u aan om Dextro-tabletten (druivensuikertabletten) mee te nemen naar het ziekenhuis. Als u toch een hypo krijgt (een bloedsuikerspiegel lager dan 4.0 mmol/l), dan hebt u iets bij de hand om de hypo te behandelen. Neem in dat geval zes Dextro-tabletten. In plaats van Dextro-tabletten kunt u ook één glas limonade drinken, gemaakt van 0,4 dl ranja (2 cm) aangevuld met water.

Bloedglucosemeter

Het is handig als u op de dag van de scopie of de operatie uw bloedglucosemeter bij u hebt, uw insulinepen en naaldjes.

U kunt uw vraag stellen via de BeterDichtbij-app.

Bij dringende vragen en spoedgevallen kunt u op werkdagen bellen met de diabetesverpleegkundigen, telefoon (0592) 32 51 66.  

Bel bij spoedgevallen buiten kantoortijden met de Huisartsenspoedpost, telefoonnummer 0900 - 112 0 112.

inter10 - februari 2025

• dvn.nl (Diabetesvereniging Nederland)
• diabetesfonds.nl