Studies Research Bureau WZA
LORD studie
Hoofdonderzoeker WZA: Marike Boskamp, chirurg
De LORD studie onderzoekt of het veilig is om een behandeling voor laag-risico DCIS weg te laten bij vrouwen van 45 jaar en ouder. Deze behandeling is soms onnodig en gaat gepaard met bijwerkingen. Er wordt in overleg met de behandelend arts gekozen voor de standaard behandeling (borstsparende operatie eventueel gevolgd door bestraling) of actieve observatie waarbij de operatie en bestraling worden weggelaten maar wel jaarlijks een mammogram gemaakt wordt. Patiënten worden tijdens het onderzoek gecontroleerd door het mammateam van het WZA.
TOP-1 studie
Hoofdonderzoeker WZA: Marike Boskamp, chirurg
Met de TOP-1 studie wordt er bekeken wat het effect is van het achterwege laten van bestraling bij oudere vrouwen (70 jaar of ouder) met vroeg stadium borstkanker die een borstsparende operatie hebben ondergaan. De standaard behandeling na een borstsparende operatie is bestraling. Maar uit onderzoek is gebleken dat de winst van deze standaard bestraling bij ouderen zeer beperkt blijkt te zijn. Daarbij zorgt bestraling voor een hoge belasting voor de patiënt en hebben patiënten kans op bijwerkingen. Teveel aan behandeling kan voorkomen worden. Daarnaast kunnen onnodige bijwerkingen en kosten vermeden worden en zal waarschijnlijk de kwaliteit van leven toenemen.
TIBET studie
Hoofdonderzoeker WZA: Peter Nieboer, internist-oncoloog
In de TIBET studie wordt de werkzaamheid van het nieuwe middel Tifluridine/tipiracil (TAS-102) onderzocht bij de behandeling van patiënten met uitgezaaide borstkanker. Het gaat hierbij om patiënten die voorafgaand zijn behandeld met onder andere Capecitabine (chemotherapie). Ook wordt de veiligheid van het middel geëvalueerd. De gevolgen van de behandeling met TAS-102 op de kwaliteit van het leven wordt bestudeerd we aan de hand van vragenlijsten. Behandeldoelen voor uitgezaaide borstkanker zijn vooral gericht op het verminderen van klachten die de tumor veroorzaakt en het verlengen van de overleving met behoud van kwaliteit van leven. Dit huidige onderzoek richt zich op de vraag of bij patiënten met ER-positieve, HER2-negatieve uitgezaaide borstkanker, ondanks eerder gebruik van 5-FU/capecitabine, het onderzoeksmiddel ook effectief kan zijn en een overlevingsvoordeel heeft.
ASPIRIN studie
Hoofdonderzoeker WZA: Peter Nieboer, internist-oncoloog
Doel van de ASPIRIN studie is om te achterhalen of patiënten met dikke darmkanker langer leven als ze gedurende vijf jaar dagelijks aspirine gebruiken. Deze aspirine is een aanvulling op de standaard behandeling. In kleinere onderzoeken is aangetoond dat het slikken van het medicijn aspirine in lage dosering mogelijk een langere overleving geeft bij patiënten met dikke darmkanker en de kans op terugkeer of uitzaaiing van de tumor mogelijk verkleint.
De werking van aspirine wordt vergelijken we met de werking van een placebo. De helft van de patiënten krijgt een placebo en de andere helft een pil met werkzame bestanddelen (aspirine 80 mg).
ALPE2U studie
Hoofdonderzoeker WZA: Peter Nieboer, internist-oncoloog
De ALPE2U studie onderzoekt of ernstige bijwerkingen van 5-FU of capecitabine zijn te voorkomen of verminderd kunnen worden. De onderzoekers willen aantonen dat dit kan door de werkzaamheid van het DPD-enzym te bepalen voordat een patiënt voor de eerste keer met het geneesmiddel capecitabine of 5-FU start. Als er bij mensen een verminderde werkzaamheid van het DPD-enzym wordt aangetoond, wordt de startdosering van het geneesmiddel verlaagd. Hierdoor zal de hoeveelheid van het geneesmiddel in het lichaam van deze patiënten net zo hoog worden als bij mensen die wel een normale hoeveelheid enzym hebben. Er zullen er dan naar verwachting minder bijwerkingen optreden. D.m.v. 2 verschillende bloedonderzoeken wordt de werkzaamheid van het DPD-enzym bepaald, genotypetest en fenotypetest. Deze laatste test is geen onderdeel van de standaard behandeling.
NUTRACT studie
Hoofdonderzoeker WZA: Peter Nieboer, internist-oncoloog
De NUTRACT studie onderzoekt de inname van een voedingssupplement, in de vorm van drinkvoeding, tijdens (chemo)behandeling. Dit gebeurt tijdens de eerste 3 kuren van de behandeling. Er wordt aan patiënten gevraagd een dagboek bij te houden waarin zij dagelijks het gebruik van de drinkvoeding noteren. Ook zullen er bloedmetingen gedaan worden die samenhangen met de inname van de drinkvoeding. Daarnaast wordt gekeken of de drinkvoeding effect heeft op het lichaamsgewicht en lichaamssamenstelling (hoeveelheid vet en spier o.a.), verschillende bloedwaarden, kwaliteit van leven, algemene gezondheid, vermoeidheid, fysieke activiteit, eetpatroon of op eventuele maag- of darmklachten. Om dit te kunnen onderzoeken wordt een groep deelnemers die het voedingssupplement zal nemen, vergeleken met een groep deelnemers die dezelfde medische behandeling krijgt, maar het voedingssupplement niet neemt.
GIMICC studie
Hoofdonderzoeker WZA: Peter Nieboer, internist-oncoloog
Het doel van de GIMICC studie is het voorspellen van het effect van chemotherapie op darmkanker door bacteriën te onderzoeken die zich in de darm bevinden (de ‘darmflora’). Daarnaast proberen de onderzoekers aan de hand van de darmflora ook bijwerkingen van de chemotherapie te voorspellen en onderzoeken zij het verband tussen veranderingen in de darmflora en het effect van de chemotherapie. Er wordt de patiënten gevraagd u om thuis tweemaal ontlasting op te vangen en daarbij een korte vragenlijst in te vullen. Verder worden er twee keer extra buisjes bloed afgenomen, de eerste keer 4 buisjes, de tweede keer 3 buisjes. Dit gebeurt op een moment dat er voor de standaard zorg toch al bloed wordt afgenomen.
PLCRC-MEDOCC studie
Hoofdonderzoeker WZA: Peter Nieboer, internist-oncoloog
De PLCRC studie is gericht op het verzamelen van gegevens van zoveel mogelijk patiënten met dikke darm of endeldarmkanker. Hiermee komt er beter inzicht in de factoren die zorgen voor succes van de behandeling. Ook wordt onderzocht wat de kwaliteit van leven voor, tijdens en na de behandeling is. Het doel van het onderzoek is dat al deze gegevens zullen leiden tot meer voorspellers van een succesvolle behandeling zodat patiënten in de toekomst een behandeling op maat kunnen krijgen.
De MEDOCC studie is een onderdeel van de PLCRC studie. Deelnemers van de PLCRC studie kunnen hiervoor worden gevraagd. Het doel is te onderzoeken of met behulp van bepaalde bloedwaarden het beloop van de ziekte bij een individuele patiënt beter te voorspellen is. Daardoor kan in de toekomst beter advies gegeven worden over eventuele chemotherapie na operatie.
More for COPD
Hoofdonderzoeker WZA: Sander de Hosson, longarts
In de More for COPD studie willen we uitzoeken of morfinetabletten en fentanylpleisters veilige en goede behandelingen zijn bij hardnekkige kortademigheid door COPD, als de standaard therapie niet voldoende is om de kortademigheid te laten afnemen. Patiënten doen ongeveer 6 weken aan de studie mee en zullen dagboekjes bijhouden, een aantal kwaliteit van leven vragenlijsten invullen en de standaard bloedonderzoeken en longfunctietesten ondergaan. Deelnemende patiënten worden tijdens de behandeling gemonitord door de longarts en het studieteam.
Research Bureau Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Inge Paas / Sandra Brookman