Borstvoeding opbouwen, bijvoeding afbouwen

Ouder en Kind-centrum

  • Specialisme of afdeling Lactatiekundige Verloskunde
  • Openingstijden

    Op werkdagen van 8.30 - 16.30 uur

  • Afspraak maken? Vragen? Voor het maken van een afspraak met de lactatiekundige kun je bellen naar het Ouder en Kind-Centrum: (0592) 32 53 70. Of je kunt je vraag stellen via de BeterDichtbij-app.

In het kort

Als je baby vlak na de geboorte niet genoeg borstvoeding krijgt, is het nodig om bij te voeden. Dit kan met afgekolfde moedermelk of kunstvoeding.

De kinderarts of verloskundige zal afspreken wanneer en waarom een baby bijvoeding, naast de borstvoeding, nodig heeft.

Zodra de borstvoeding goed op gang komt en je kindje steeds meer gaat drinken, is het belangrijk om de bijvoeding geleidelijk aan weer af te bouwen.

Onbeperkt aanleggen

In het ziekenhuis geef je je baby in ieder geval om de 3 uur een voeding. Een geschikt moment om borstvoeding te geven is als je baby op de handjes gaat sabbelen en met het mondje wat smakt of zoekt. Als je baby vaker wil drinken, bijvoorbeeld om het uur, dan kun je daar gewoon aan toegeven. Blijkbaar heeft je baby dit nodig.

Je kunt je baby net zo lang aan de borst laten totdat je duidelijk merkt dat je baby niet meer drinkt.
Na de ene borst, kun je de andere borst nog aanbieden. Als je baby ook aan de tweede borst bijna niet meer drinkt of de borst loslaat, kun je stoppen met voeden. Je kindje kan nooit te veel borstvoeding krijgen. Op een gegeven moment merk je dat je baby een eigen ritme krijgt. 

Bijvoeding

Wanneer er bijvoeding is afgesproken begin je meestal met eerst de borst te geven en daarna de bijvoeding. Geef je een baby bijvoeding start je ook met kolven. We geven liever eigen moedermelk dan kunstvoeding. Heb je niet genoeg moedermelk, dan kun je de voeding aanvullen met kunstvoeding. 

Borstvoeding komt op gang

Als de borstvoeding op gang komt, is het belangrijk om (in overleg met de lactatiekundige of kraamverzorgende) de bijvoeding geleide­lijk aan af te bouwen. Dit doe je door per dag steeds iets minder bijvoeding te geven, bijvoorbeeld per dag, per voeding 10 - 20 cc minder. Gaat dit goed mag je ook minder gaan kolven. Op die manier blijven vraag en aanbod in balans. Als je je baby vaker aan de borst legt, stimuleer je de productie van moedermelk. Je kindje krijgt meer borst­voeding en heeft waarschijnlijk minder behoefte aan bijvoeding.

Huid-op-huid contact

Huid-op-huidcontact heeft een positieve invloed op borstvoeding. Het houdt in dat je je baby bloot, met alleen een luiertje om, tegen je eigen blote borst aanlegt. Eventueel samen toegedekt door een omslagdoek of een ruim vest. Huid-op-huidcontact bevordert het hormoon oxytocine dat de melkproductie op gang brengt. Ook zorgt het ervoor dat de baby eerder naar de borst zoekt, een goede lichaams­temperatuur heeft en over het algemeen ontspannener is. Bovendien bevordert huid-op-huidcontact de hechting tussen jou en je kindje.

Is de baby moe?

Het is mogelijk dat je baby weinig energie heeft om bij elke voeding aan de borst te drinken. Blijf dan niet te lang proberen. Een voeding (inclusief de bijvoeding) mag maximaal 3 kwartier duren. Anders is het te vermoeiend voor je baby. Om te kunnen groeien is voldoende rust net zo belangrijk als voldoende voeding.

Als je baby aan de borst niet genoeg drinkt, kun je de borst­voeding afwisselen met een flesje: de ene keer de borst, de keer daarna een flesje, om en om. Heeft je baby wel genoeg energie om voldoende aan de borst te drinken, en blijft groeien? Dan kun je stoppen met bijvoeding.

Wegen

Als je weer thuis bent met de baby, is het verstandig om je kindje diezelfde dag nog te wegen. Je kunt hiervoor de weegschaal van de kraamhulp gebrui­ken of je gaat met je baby naar het consultatiebureau. De weeg­schaal in het ziekenhuis staat namelijk anders afgesteld en dan kun je moeilijk beoordelen of je baby voldoende is gegroeid. Een week later ga je nog een keer wegen. Is je kindje zwaarder geworden, dan weet je dat het voldoende voeding krijgt. 

Ook aan het aantal plas- en poepluiers kun je zien of je baby genoeg drinkt. Er moeten tenminste iedere dag 6 kletsnatte plasluiers zijn en 1 of 2 poepluiers.

Dieet

Het is niet nodig dat je voor het geven van borstvoeding een dieet volgt. Het is verstandig om gewoon gezond te eten en voldoende te drinken. Soms krijgt een baby darmkrampjes van bepaalde voeding. Darm­krampjes kunnen geen kwaad, maar ze zijn wel heel vervelend. 12 - 14 uur na het eten van een bepaald product komt dit in de moedermelk. Als je een verband ziet tussen bepaalde voeding die je hebt gegeten, en darmkrampjes, dan kun je dit eten beter even laten staan. Doe dit pas als je 3x hebt gemerkt dat je baby reageert na het eten van dat voedsel.

Vooral de eerste tijd is rust voor het hele gezin belangrijk. Neem de tijd om aan elkaar en aan de borstvoeding te wennen.

Vragen?

Heb je na de bevalling vragen over borstvoeding en kolven? In het Ouder en Kind-centrum is een lactatiekundige IBCLC werkzaam. Als je in het ziekenhuis bent bevallen, kun je tot 6 weken na de bevalling (telefonisch) advies vragen of een afspraak met haar maken. In de thuissituatie kun je je vragen stellen aan de kraamverzorgende, verloskundige of een lactatiekundige IBCLC. De namen en adressen van de vrijgevestigde lactatiekundigen zijn te vinden op de website

Bereikbaar

  • De lactatiekundige is op maandag en donderdag van 8.00 - 15.00 uur aanwezig. Telefoonnummer (0592) 32 53 70. Je kunt je vraag ook stellen via de BeterDichtbij-app. Je krijgt zo snel mogelijk antwoord, in ieder geval binnen 3 of 4 werkdagen. Let op: je kunt pas een appje sturen als een medewerker van de polikliniek in de BeterDichtbij-app een gesprek voor je heeft aangemaakt. We kunnen dit gesprek alleen aanmaken als jouw mobiele telefoonnummer en e-mailadres bij ons bekend zijn.

verlos13 - oktober 2022