Vallen voorkomen in het ziekenhuis

Specialisme of afdeling

Geriatrie

Openingstijden

Maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur. Meld u vóór uw afspraak eerst aan bij het secretariaat (nr. 100).

In het kort

Als u op oudere leeftijd valt, kunt u makkelijk iets breken. Daarom doen we erg ons best om valongelukken te voorkomen wanneer u bij ons bent opgenomen. Wees zelf ook voorzichtig. Loop bijvoorbeeld niet op sokken en sta niet te snel op uit bed of van een stoel.

Wat is het probleem?

Opname in het ziekenhuis betekent dat u in een, voor u, onbekende omgeving komt. Daardoor en door andere oorzaken is de kans op vallen groter. Een val komt meestal onverwacht en kan ernstige gevolgen hebben. Iedereen kan vallen, maar soms loopt iemand extra risico. Dit is het geval als:

u slecht ter been bent en weinig loopt.
u last hebt van duizeligheid of een slecht evenwichtsgevoel.
u bepaalde medicijnen gebruikt (zoals slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen, bloeddrukverlagende medicijnen, medicijnen vanwege de ziekte van Parkinson, medicijnen tegen pijn).
u vaak naar de wc moet en uw plas moeilijk kunt ophouden.
u minder goed ziet of hoort.
u lang opgenomen bent (meer dan 20 dagen).
u plotseling in de war geraakt bent.
u bang bent om te vallen.
u al eerder bent gevallen.

Als u het afgelopen half jaar bent gevallen, komt er een geriatrieverpleegkundige bij u langs om het hier met u over te hebben.

Wat kunt u zelf doen?

De omgeving

Zorg dat het bed op de laagste stand staat als u in of uit bed wilt stappen.
Klap het blad van uw nachtkastje in voordat u gaat slapen. Het nachtkastje is geen goede steun. Het kan omvallen of wegrijden. Hierdoor kunt u juist vallen.
Zorg dat alles wat u nodig hebt, dichtbij is: nachtkastje, alarmbel, lichtknopje, postoel, urinaal, rollator, loopstok, telefoon en wat u verder nog bij de hand wilt hebben.
Zorg dat uw schoenen in de buurt staan zodat u die makkelijk kunt aantrekken en gebruiken.
Zorg dat er voldoende verlichting is, zodat u ziet waar u loopt, zowel overdag als ’s nachts. Maak gebruik van uw bedlampje en nachtverlichting als u uit bed gaat.

Loop- of evenwichtsproblemen

Zorg voor goed passende schoenen met stroeve zolen, zodat u tijdens het lopen niet uitglijdt of struikelt. Hebt u geen (geschikte) schoenen bij u? Dan kunt u een paar anti-slipsokken aan uw verpleegkundige vragen. Vraag aan uw familie om schoenen mee te brengen.
Probeer in beweging te blijven. Overleg met uw verpleegkundige hoe u mag en kan bewegen. Liever 3x per dag uit bed en een klein stukje lopen, dan één keer een grote afstand lopen. Loop eventueel samen met uw bezoek. Eet uw maaltijden aan tafel als dat mogelijk is.
Als u thuis een rollator gebruikt of een stok, doe dat dan in het ziekenhuis ook. Het is belangrijk dat uw stok of rollator op de goede hoogte is afgesteld. Eventueel kan een fysiotherapeut u daarbij helpen.

Duizeligheid en flauwvallen

Als u in bed hebt gelegen of in een stoel hebt gezeten, sta dan niet te snel op. Anders kunt u last krijgen van duizeligheid.
Als u evenwichtsproblemen hebt, is het belangrijk dat u zich bij het opstaan vast kunt houden aan iets dat stabiel staat.
Zet een stoel dicht bij uw bed zodat u daarop kunt zitten wanneer u duizelig wordt.
Bent u duizelig door orthostatische hypotensie (dat is een daling van de bloeddruk bij het opstaan), dan kunt u om de folder ‘Orthostatische hypotensie’ vragen voor uitleg en adviezen.

Medicijnen

Het is belangrijk dat uw arts en verpleegkundige weten welke medicijnen u gebruikt. Ook bijvoorbeeld de vitaminetabletten, pijnstillers of andere middelen die u bij de apotheek of drogist hebt gekocht.
Vraag uitleg aan uw arts of verpleegkundige over bijwerkingen van medicijnen en of u door deze medicijnen meer risico hebt om te vallen. Hebt u het idee dat u suf, stijf, duizelig of verward wordt door de medicijnen, bespreek dit dan.

Wc-gang en persoonlijke verzorging

Hebt u moeite om bij de wc te komen? Overleg dan met uw verpleegkundige of een urinaal handig is of een postoel naast het bed.
Als u een rollator of een stok hebt, gebruik die dan ook om naar de wc te lopen.
Ga regelmatig naar de wc, om te voorkomen dat u zich met ‘hoge nood’ naar de wc moet haasten.
Gebruik de handgrepen in de wc-ruimte.
Zorg bij het wassen, douchen en aankleden in de badkamer dat alle benodigdheden binnen handbereik zijn: handdoeken, toiletartikelen, wc-papier, kleding, rollator of stok.

Slecht horen of slecht zien

Als u een bril hebt of een hoortoestel, draag deze dan ook tijdens uw opname in het ziekenhuis. Gebruik uw bril ook ’s nachts, als u naar de wc moet.
Kijk samen met uw verpleegkundige naar de ruimte rond uw bed. Het is belangrijk dat er zo weinig mogelijk dingen zijn waar u over kunt vallen. Denk bijvoorbeeld aan snoeren, infuuspalen, stoelen en kleren.

Verward

Als u verward bent, helpt uw verpleegkundige u om u zo goed mogelijk te oriënteren.
Het kan prettig zijn om een vertrouwd iemand bij u te hebben. Uw verpleegkundige gaat samen met u kijken wat er mogelijk is.

Bang om te vallen

Als u bang bent om te vallen, vraag uw verpleegkundige dan om u te ondersteunen.
Eventueel kan een fysiotherapeut u helpen zodat u zich minder onzeker voelt bij het lopen.

Na uw opname

Voordat u naar huis gaat, krijgt u de folder ‘Valongelukken thuis voorkomen’.

Valpoli

Als u regelmatig valt en de oorzaak is niet duidelijk, kunt u terecht op de Valpoli van het WZA.

Een geriater, geriatrieverpleegkundige en fysiotherapeut gaan dan onderzoeken hoe het komt dat u valt. Daarna bespreken zij met u welke maatregelen u kunt nemen om vallen zo veel mogelijk te voorkomen.

Uw huisarts kan u verwijzen naar de Valpoli. Soms verwijst de arts van de afdeling waar u bent opgenomen, u naar de Valpoli.